Volgens de overheid moet Nederland keuzes maken om de welvaart, banen en onafhankelijkheid van Nederland te versterken. Daarom heeft de ministerraad op voorstel van minister Karremans (Economische Zaken) ingestemd met het nieuwe industriebeleid, waarin focus ligt op de meest kansrijke markten voor Nederland.

Onder deze markten vallen: halfgeleiders, biotechnologie, defensiegerelateerde toepassingen, digitale diensten (met name AI), machinebouw en innovatieve chemie.
Dit betekent dat er programma’s komen ter versterking van deze markten, zoals al eerder is gedaan voor de halfgeleiderindustrie met project Beethoven. Voor het overige bedrijfsleven en de voormalige topsectoren blijven generieke innovatieregelingen zoals de WBSO, fiscale regelingen en andere financiering voor bijvoorbeeld verduurzaming bestaan, maar zijn er geen of minder toegespitste programma’s. Ook wordt er nog steeds voor alle markten en sectoren gewerkt aan een stevig fundament voor ondernemerschap en groei voor alle bedrijven die Nederland draaiende houden. Met deze nieuwe aanpak wordt per 1 januari 2026 het huidige topsectorenbeleid afgerond.
Minister Karremans: ‘Door de grote uitdagingen waar we mee te maken hebben, zoals een krappe arbeidsmarkt, een vol stroomnet en toenemende geopolitieke spanningen, kunnen we het ons niet veroorloven om stil te zitten en geen keuzes te maken. Als we ook in 2040 aan de top willen staan, moeten we nu durven kiezen. Door te investeren in deze 6 markten waar we echt het verschil kunnen maken en echt kunnen winnen, versterken we onze veiligheid, economische groei en toekomstige welvaart. Uiteindelijk is het heel simpel: wie niet kiest, verliest.’
Van alles tegelijk naar focus
Landen als de Verenigde Staten en China investeren miljarden in technologie en industrie. Zij trekken bedrijven, kennis en talent aan en bouwen daarmee marktmacht op. Nederland kan niet achterblijven. De oude werkwijze waarin Nederland middelen over vele sectoren en initiatieven verspreidde levert volgens de overheid te weinig op. Focus betekent concreet het bouwen van programma’s voor de markten, met middelen en acties zoals:
- Mensen en middelen: programma’s per markt, met extra capaciteit, kennis en coördinatie van de overheid. Er wordt bekeken hoe de middelen gericht ingezet kunnen worden. Dat betekent: middelen concentreren waar de grootste kansen liggen.
- Markten uitbouwen: ecosystemen versterken voor de gekozen markten en waar nodig en mogelijk de vraag stimuleren, bijvoorbeeld via strategische inkoop door overheid en EU, zodat innovaties sneller de kans krijgen om door te breken.
- Financiering en randvoorwaarden: betere toegang tot kapitaal, minder belemmerende regels en oplossingen voor ruimte, netcongestie, infrastructuur en vergunningen.
- Internationale slagkracht: Nederland versterkt zijn marktpositie via het stimuleren van handel, aantrekken van buitenlandse bedrijven en investeringen, en deelname aan Europese programma’s zoals IPCEI’s, Horizon Europe en de Net Zero Industry Act.
- Talent en kennis: Nederland profileren als magneet en opleidplek voor digitaal en technisch talent, en tegelijkertijd investeren in fundamenteel en toegepast onderzoek dat direct doorwerkt naar bedrijven.
De 6 markten
De focusmarkten zijn geselecteerd op economische potentie, strategische economische positionering en bijdrage aan het oplossen van maatschappelijke opgaven.
- Halfgeleiders: groeit met 8,7 procent per jaar en zijn onmisbaar voor AI, de energietransitie en digitale veiligheid. Heeft veel niches waar Nederland een koploperspositie in heeft of kan verkrijgen, zoals quantum en fotonica.
- Biotechnologie: kent sterke niches zoals cel- en gentherapie (15,4% groei per jaar) en alternatieve eiwitten (14,1% groei), en levert nieuwe medicijnen, circulaire materialen en draagt bij aan voedselzekerheid.
- Defensiegerelateerde toepassingen: in het bijzonder 6G, radar, lasersatelietcommunicatie en quantum, en de bijdrage van deze groeimarkten aan het oplossen van maatschappelijke opgaven.
- Digitale diensten (met name AI): groeit met gemiddeld 16,8 procent per jaar en versterkt de digitale autonomie, met toepassingen in zorg, energie en veiligheid.
- Machinebouw: zoals machines voor de agri-foodsector (17,1% groei per jaar), MedTech (5,2% groei per jaar) en chipmachines, en draagt bij aan zorgoplossingen, automatisering en verduurzaming.
- Innovatieve chemie: groeit enorm snel, zoals biobrandstoffen (21,9% per jaar) en circulaire, biobased en geavanceerde materialen (27% per jaar), en draagt bij aan verduurzaming en het verminderen van fossiele afhankelijkheid.
Sterkere basis voor alle bedrijven
Naast deze prioriteiten werkt het kabinet ook aan de randvoorwaarden die álle ondernemers raken: betere toegang tot financiering, minder regeldruk, oplossen van netcongestie, voldoende ruimte voor bedrijven en genoeg technisch en digitaal talent. Daarom blijft er oog voor de volle breedte van de economie, waar kansen liggen om nieuwe markten te ontwikkelen en technologie toe te passen. De overheid blijft missiegedreven innovatiebeleid inzetten om met bedrijven samen te werken aan de maatschappelijke opgaven van dit moment.
Samen investeren in de toekomst
Het nieuwe industriebeleid moet zorgen voor een industrie die in 2030 minstens vijftien procent van het bbp vertegenwoordigt en tot gezamenlijke R&D-investeringen van minimaal drie procent van het bbp. De komende maanden worden de programma’s per markt verder uitgewerkt. Daarbij kijkt het kabinet ook hoe extra middelen vrijgemaakt of herverdeeld kunnen worden. Met deze koers kiest Nederland voor snelheid, focus en slagkracht om te bouwen aan een economie die banen oplevert, brede welvaart veiligstelt en voorbereidt op de markten van morgen, aldus de overheid.