Column Casper Burgering: ‘Metaal in de groene economie’

Foto van: Casper Burgering
Geplaatst door Casper Burgering

De geïnstalleerde windenergie zal tegen 2030 wereldwijd meer dan verdubbelen en de geïnstalleerde zonne-energie gaat verviervoudigen, aldus het International Energy Agency (IEA). Verder gaat het IEA ervan uit dat het aantal elektrische voertuigen met 1.389 procent gaat toenemen – van drie miljoen tot 125 miljoen – tegen 2030. Het aantal elektrische voertuigen zal uitgroeien tot 300 miljoen in 2040. Op deze manier krijgt de groene economie steeds meer gestalte. En het goede nieuws is dat hiervoor veel metaal nodig is.

Nu de keerzijde. In het productieproces van primair metaal – dus van metaalerts tot metaal – is veel energie nodig, zoals elektriciteit, gas en olie. Dat rijmt niet goed met de groene economische doelstellingen om het energieverbruik en de CO2-uitstoot te verminderen. Recycling kan hierin veel betekenen. Want bij de productie van secundair metaal is aanzienlijk minder energie nodig. Dit leidt tot minder milieuschade. Daarbij komt dat de recyclegraad van metaal relatief hoog is en dat draagt weer bij aan een afnemende dreiging van grondstofschaarste. Per metaal zijn er echter wat verschillen.

Aluminium?

(benodigde energie secundair als % van benodigde energie primair: 5-8% en recyclegraad: 50%)
Ingeblikte elektriciteit wordt dit metaal genoemd. De productie van primair aluminium vergt heel erg veel energie. Stel we maken van elk basismetaal (aluminium, koper, nikkel en zink) één ton geraffineerd materiaal uit ertsen. Van het totale energieverbruik van de vier ton geproduceerd primair basismetaal komt 52% voor rekening van de productie van aluminium. Bij de productie van secundair aluminium – dus met schroot als belangrijkste input – is de energiebesparing enorm. En daarbij komt dat ook de recyclegraad van aluminium hoog is.

Koper?

(benodigde energie secundair als % van benodigde energie primair: 13-149% en recyclegraad: 33%)
Hoe schoner en zuiverder het koperschroot, des te minder energie nodig is om het koperschroot te verwerken. Zo is voor het verwerken van het zogenoemde ‘no.1 scrap’ – schoon van uiterlijk, onvermengd en ongecoat – slechts 13% energie benodigd van de totale energieconsumptie via het primaire proces. Bij het verwerken van minder schoon koperschroot neemt het energieverbruik toe. Voor het verwerken van ‘no.2 scrap’ is dit 61%. Bij het sterkst vervuilde schroot kan het energieverbruik oplopen tot 149%. Dan levert recycling vanuit milieuoverwegingen geen winst meer op.

Nikkel?

(benodigde energie secundair als % van benodigde energie primair: 11% en recyclegraad: 46%)
Bij de productie van secundair nikkel is maar relatief weinig energie nodig. De curve van de recyclegraad is door de jaren heen relatief stijl. Dat komt mede door technologische verbeteringen rondom nikkelschrootrecycling. Ook de sterke groei van het aantal bedrijven dat zich toelegt op deze specifieke tak van sport heeft bijgedragen.

Zink?

(benodigde energie secundair als % van benodigde energie primair: 8-46% en recyclegraad: 17%)
Zink wordt veel gebruikt als legering en dat maakt dat de recyclegraad laag ligt. Je kunt het recyclen niet direct koppelen aan de totale gerecyclede zinkhoeveelheid. Zo is messing schroot – een legering van koper (55-70%) en zink (45-30%) – een belangrijke bron voor zinkrecycling. En ook wordt zink voor een groot deel als legering gebruikt in de staalsector.

Vanwege de duurzaamheidsvoordelen levert de metaalrecycling een belangrijke bijdrage aan de groene economie. Er zal echter voor lange tijd nog een groot deel van de totale metaalbehoefte vanuit de primaire metaalproductie komen en daar ligt de energie-efficiëntie een stuk lager. Maar per saldo kun je van een win-win situatie spreken.

Casper Burgering, ABN AMRO

Reageren?
redactie@vraagenaanbod.nl