Staalmarkt in zwaar weer?

Foto van: De redactie
Geschreven door De redactie

Veel bedreigingen doemen op voor de staalproducenten en daarmee voor de staalmarkt. In de loop van 2021 vlogen de prijzen omhoog veroorzaakt door een fors opgelopen vraag vanuit onder meer de automobielindustrie en de bouw, terwijl in de daaraan voorafgaande periode als gevolg van de coronaproblemen staalproducenten juist hun productiecapaciteit – deels gedwongen en deels vrijwillig afgeschaald hadden. Dat blijkt uit Het Staaljournaal van Noviostaal van 18 oktober 2021.

Staalmarkt in zwaar weer?

De consequentie van die toch onverwachte c.q. snelle opleving van de vraag was dat levertijden enorm uit liepen tot wel acht maanden. Dat was voor de staalmakers de aanleiding prijzen fors te gaan verhogen.

Omdat de levertijden extreem langer werden zijn veel afnemers, bezorgd als men was te weinig en/of wellicht te laat pas materiaal te krijgen, speculatief, om daarmee verdere prijsstijgingen te ontlopen, veel bestellingen gaan plaatsen. De prijsverhogingen in de staalmarkt werden mede veroorzaakt door hogere tarieven voor grondstoffen als ijzererts, cokes en steenkool. De staalfabrieken hadden dus wel enige verklaarbare redenen om de prijzen naar boven aan te passen, want immers staal produceren werd fors duurder.

Echter de stijging was wel een hele forse, aangezien de basisprijzen voor warmgewalste coils in december 2020 ongeveer 550 tot 580 euro per ton bedroegen en enkele fabrieken in augustus 2021 met offertes kwamen waarin basisprijzen tot zelfs 1.200 euro per ton verschenen. Medio dit jaar echter dook het probleem op van het tekort aan halfgeleiders, waarmee de automobielindustrie te kampen kreeg.  Die moeilijkheden werden in de loop van de volgende maanden alleen maar groter, als gevolg waarvan het staalverbruik fors daalde.

Staalproducenten kregen te maken met lopende bestellingen vanuit de auto-industrie, die pas veel later mochten worden uitgeleverd of zelfs geheel geannuleerd werden. Het gevolg daarvan was weer dat de staalproducenten gaten in hun productieplanning zagen vallen én met oplopende voorraden te maken kregen. Het geproduceerde materiaal kon of mocht immers geheel of gedeeltelijk niet uitgeleverd worden. 

Dit probleem bleef overigens niet alleen beperkt tot Europa, maar deed zich ook voor in Amerika en in Azië. Voorlopig waagt zich nog niemand aan een voorspelling wanneer het halfgeleiderprobleem zal zijn opgelost. Met andere woorden: de staalmakers hebben geen zicht erop wanneer en hoe de automobielbranche een herstel van de vraag zal laten zien. Enkele producenten hebben alternatieve afzetmarkten buiten de Europese Unie gezocht om daar overtollig geproduceerd materiaal te verkopen en zo te proberen het bestaande prijsniveau op de binnen-Europese markt te handhaven.

Echter voltrok zich nog een ontwikkeling, die negatieve gevolgen voor de Europese staalproducenten met zich meebracht. In India bijvoorbeeld zakte de staalmarkt gedurende het derde kwartaal enorm in. Dat de staalbehoefte aldaar in dit kwartaal jaarlijks wat afzwakt is normaal, omdat het in die maanden de moessonperiode is. Maar het land werd daarnaast echter buitensporig hard getroffen door de coronacrisis, waardoor de economie extra te lijden kreeg en dus de behoefte aan staal nog meer dan gebruikelijk daalde.

De fabrieken aldaar hebben zich vervolgens op de exportmarkt gestort en daarvoor was Europa, vanwege de hoge prijzen, een zeer interessante optie. Staal maken werd wereldwijd al goedkoper omdat de ijzerertsprijzen enorm onderuit gingen. In China is van overheidswege aan de fabrieken opgelegd geen groter volume dan in 2020 te produceren en dat heeft als gevolg dat de staalproducenten te maken kregen met productiebeperkingen. Zoals in vorige edities van Het Staaljournaal vernoemd, was de hoofdreden hiervoor de milieuvervuiling die deze fabrieken veroorzaken.

Tegelijkertijd speelt in China nog een groot energieprobleem en heeft het land al enige weken te maken met grote overstromingen, die de economische ontwikkelingen ernstig beïnvloeden. Daarbij kwam in september nog de kwestie van de onroerend goed investeerder Evergrande. De moeilijkheden, waarin deze onderneming verzeild raakte, hebben geleid tot diverse bouwstops, uitstel en annuleringen van nieuwe projecten, waardoor de behoefte aan staal ook onder druk kwam te staan.

Het is overigens om die redenen, dat de Word Steel Association (WSA) de groeiprognose van het globale staalverbruik van eerder dit jaar nog 5,8 procent deze maand neerwaarts bijgesteld heeft naar 4,5 procent. Over China zegt de WSA een daling van één procent te verwachten, terwijl men in het voorjaar nog een groei van drie procent voorspelde. In volume uitgedrukt betekent dat een vermindering van het staalverbruik met circa veertig miljoen ton, wat overeenkomt met ongeveer 5,5 keer de capaciteit van Tata Steel Nederland (v/h de Koninklijke Hoogovens).

De afname van het staalverbruik in China betekende voor andere Aziatische staalmakers dat zij naar andere afzetmarkten, dan de Chinese, moesten gaan zoeken. Met andere woorden: de Europese markt werd ineens overspoeld door staalproducten uit het Midden-Oosten, Noord-Afrika en vooral Azië. Bovendien nog eens met extreem lage prijzen.

Ondanks het quote systeem dat de EU hanteert (Safeguards) met de daaraan verbonden importheffing, blijft het merendeel van het ingevoerde materiaal prijstechnisch onder het Europese niveau. Weliswaar kregen de Europese fabrikanten te maken met minder Chinese concurrentie in hun exportgebieden, maar daar ook juist weer met meer concurrenten uit andere landen vanwege de eerdergenoemde ingezakte vraag vanuit China.

Kortom: onverwachte ontwikkelingen die eerder dit jaar niemand kon voorzien. Maar het wordt nog gecompliceerder. IJzererts werd, nadat de prijzen in het begin 2021 omhoog vlogen in de loop van het jaar juist weer fors goedkoper. Inmiddels is die daling wel gestopt en valt er een lichte stijging te zien. Steenkool echter werd veel duurder. Alleen al in de afgelopen weken is die prijs met ruwweg vijftien procent gestegen tot boven de 400 dollar per ton. Ook schroot is in de loop van het jaar in prijs gestegen. HMS ½ (basis Turkije) kostte in maart nog circa 450 dollar per ton, maar inmiddels meer dan 470 dollar.

Bovenop dit alles komt nog het gegeven, dat energieprijzen verveelvoudigd zijn. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de productie van staal zelf, maar tikt ook fors aan bij de transportkosten.

De EU-fabrieken zijn nu met de automobielproducenten in overleg om tot een akkoord te komen over de contracten voor 2022. Maar gelet op de tekorten aan chips in combinatie met de onzekerheid over hoe lang die beperking gaat duren, is het lastig een prognose te maken wat de afnamevolumes voor komend jaar gaan worden. Daarbij worden de afnemers in deze branche geconfronteerd met voorstellen van de staalmakers, die bijna een verdubbeling van de basisprijzen inhoudt. Logisch dus dat er vanuit de autobranche de nodige oppositie komt.

De staalmarkt zelf heeft te maken met inzakkende prijzen vanwege het ruimere aanbod, vanwege weinig koopinteresse vanuit de markt, vanwege de korter geworden levertijden en daarmee afgenomen schaarste én vanwege het grote importaanbod. Havens in Europa zijn overvol en het vervoer naar de eindafnemers is een groot probleem vanwege een tekort aan vervoerscapaciteit. Duurder geworden grondstoffen (steenkool en schroot) hebben overigens er wel toe geleid, dat bijvoorbeeld Turkse en Indische exporteurs inmiddels hun prijzen opwaarts hebben bijgesteld.

Dan is er ook nog de binnen-Europese concurrentie, waar de grote(re) fabrieken last van hebben. Midden-Europese fabrieken (uit de zogenaamde Visegrad-landen) hebben gemerkt dat hun orderboeken leegliepen en zijn met name met basiskwaliteiten zeer agressief de markt opgegaan. Onder die gezamenlijke druk zijn de Europese staalprijzen langzaam maar zeker naar beneden gegaan. Inmiddels kunnen we spreken over een basisniveau voor warmgewalste rollen dat eerder bij – maar nu nog net wel boven – de 1000 euro per ton ligt, waar dit 1-1,5 maand geleden nog 1,150 euro per ton was. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de basisprijzen in Noord-West-Europa beduidend hoger zijn dan in Zuid-Europa. Staalfabrieken hebben nu dus te maken met inzakkende marktprijzen en tegelijkertijd met hogere kosten van grondstoffen.

Overigens is zeker nog niet alle schaarste verdwenen. Bepaalde materiaalsoorten en -kwaliteiten zijn nog steeds erg lastig te verkrijgen. Voor wat de prijsontwikkeling betreft denken insiders wel dat er de komende weken een stabilisatie zal optreden. Dit omdat verwacht wordt dat verbruikers en andere afnemers spoedig toch weer de markt op zullen moeten gaan om hun voorraden aan te vullen. Daarmee zal de vraag zich weer tenminste enigszins gaan verbeteren.

Energietoeslag

Diverse staalproducenten overwegen een energietoeslag te gaan invoeren vanwege de buitensporig gestegen prijzen van steenkool, gas en elektriciteit. Enkele fabrieken van lange producten (draad-, beton-, profiel-, balk- en staafstaal) in Turkije, het CIS en in de EU hebben uitstaande offertes ingetrokken en herzien met daaraan een energietoeslag toegevoegd. Noviostaal heeft vernomen dat ArcelorMittal bij nieuwe contracten voor lange producten een energieopslag van vijftig euro per ton wil gaan berekenen. Het concern zegt er wel bij dit als een tijdelijke toeslag te zien en deze te laten vervallen zodra de gasprijzen weer een normaal niveau zullen hebben bereikt.

Begin oktober zou ook Liberty Steel in het Verenigd Koninkrijk zich bij dit gezelschap voegen, ditmaal echter – en als eerste – voor platte producten (coils). De toeslagen zouden variëren van 50 tot zelfs 120 pond per ton, maar het bedrijf zag er medio oktober toch vanaf. Verschillende staalfabrikanten van lange producten overwegen een tijdelijke productiestop in te voeren – of hebben dat reeds gedaan – vanwege de exorbitant hoog gestegen energieprijzen.

Verenigd Koninkrijk

British Steel maakte begin oktober haar plannen bekend om uiterlijk 2050 nog uitsluitend zogenaamd ‘net-zero steel’, dat wil zeggen CO2-neutraal, te produceren met daarbij het voornemen de CO2-emissie tussen nu en 2050 gefaseerd fors te gaan reduceren.

België

ArcelorMittal maakte eind september bekend te gaan investeren in haar faciliteit in Gent.
Er zal een DRI-fabriek (Direct Reduced Iron) gebouwd worden met een capaciteit van 2,5 miljoen ton. Daarnaast worden er twee elektro-ovens (EAF) geïnstalleerd. De totale investering bedraagt congeveer 1,1 miljard euro.

Europa

De European Investment Bank (EIB) heeft aan het staalconcern ArcelorMittal een lening verstrekt van 280 miljoen euro voor een onderzoek naar het koolstofarm maken (decarbonisatie) van de productie in haar fabrieken in Luxemburg, Frankrijk en Spanje.

Duitsland

Het staalconcern ThyssenKrupp Steel publiceerde begin oktober het nieuws dat de eerste zending staal met zeventig procent minder CO2-emissie, geproduceerd in haar fabriek in Duisburg, is geleverd aan een afnemer in Ahlen, NRW.

Tata Steel NL

De Nederlandse tak van het (Indiase) Tata concern maakte medio september plannen bekend om waterstoftechnologie voor de productie van staal te gaan gebruiken. Het plan is in overeenstemming met de doelstelling van het bedrijf om de CO2-uitstoot in IJmuiden tegen 2030 met vijf miljoen ton per jaar te verminderen.

ThyssenKrupp AG

Het Duitse staalconcern kondigde plannen aan om haar dochterbedrijf Acciai Speciali Terni (AST), producent van roestvrijstaal, inclusief haar verkooporganisatie in Europa, te verkopen aan het Italiaanse Arvedi. In een persbericht wordt vermeld, dat de transactie, die naar verwachting in de eerste helft van 2022 zal worden afgerond, nog moet worden goedgekeurd door de raad van commissarissen van ThyssenKrupp AG. De overnameprijs is niet bekendgemaakt. Bovendien onderzoekt ThyssenKrupp de mogelijkheid om een minderheidsbelang in AST te behouden.

Saoedi-Arabië

De Chinese staalgigant Baoshan Iron & Steel Co. (Baosteel) heeft een joint-venture overeenkomst gesloten met Saudi Aramco, het grote olieconcern, voor een technische studie en de bouw van een nieuwe kwarto staalplaatproductielijn in Saudi-Arabië.

Green Steel Production

Vorige maand berichtte Noviostaal over toeslagen, die enkele fabrieken mogelijk willen invoeren vanwege de méérkosten die het op een ‘groene productiewijze’ van staal met zich meebrengt. Zij noemden daar ook een Oostenrijkse producent. Een woordvoerder van deze fabriek reageerde op het Staaljournaal en berichtte dat men vooralsnog een dergelijk voornemen niet heeft.

Staalproductie

De mondiale productie van ruwstaal voor de 64 landen die rapporteren aan de World Steel Association (WSA) bedroeg in augustus 2021 156,8 miljoen ton (Mt), een daling van 1,4 procent ten opzichte van augustus 2020.

Autoproductie

Vorige maand meldde Het Staaljournaal al dat het enorme tekort aan halfgeleiders voor grote problemen bij de automobielproductie zorgt. Om die reden hebben verschillende merken hun productiestraten voor kortere of langere tijd stilgelegd of draaien ze met beperkte werktijden. Bijvoorbeeld in Italië daalde de productie in juli 2021 met 29 procent ten opzichte van dezelfde maand in 2020. Maar in augustus daalde die nog verder en berekend over een periode van twaalf maanden betekent dat een afname van 65,5 procent. In totaal werden in augustus 2021 slechts 7.081 auto’s opgeleverd, terwijl in die maand van 2020 het aantal geproduceerde auto’s 20.540 bedroeg.

Noviostaal geeft per 18 oktober 2021 de volgende indicatie voor de circa fabrieks-staalprijzen voor coils en kwartoplaat in euro per ton:

  • Warmgewalste coils: 1010 – 1050
  • Koudgewalste coils: 1160 – 1185
  • Sendzimir verz. coils: 1190 – 1215
  • Kwartoplaat: 940 – 970

Deze maand dalen de prijzen voor alle soorten. De daling loopt van 60 euro per ton voor Kwartoplaat, naar 90 euro per ton voor Koudgewalste coils en Sendzimir verzinkte coils en 100 euro per ton voor Warmgewalste coils, ten opzichte van de staalprijzen in september 2020.

Noviostaal

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *