Nederlandse exporteurs van staal- en aluminiumproducten worden sinds maart 2025 geconfronteerd met nieuwe Amerikaanse invoerheffingen van 25 procent. Het gaat om goederen met een totale uitvoerwaarde van 3,3 miljard euro in 2024. Daarmee is 8,5 procent van de totale export naar de Verenigde Staten blootgesteld aan deze heffingen, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De Verenigde Staten zijn de tweede exportbestemming buiten de Europese Unie, na het Verenigd Koninkrijk. In 2024 exporteerde Nederland voor 38,4 miljard euro aan goederen naar de VS. Daarmee is het land goed voor 5,7 procent van de totale goederenexport. Binnen de staal- en aluminiumsector is de VS zelfs de op één na belangrijkste afzetmarkt, na Duitsland. Alleen al de uitvoer van aluminium(producten) naar de VS was goed voor 2,3 miljard euro.
De nieuwe heffingen treffen niet alleen ruw materiaal, maar ook honderden afgeleide producten, zoals onderdelen en verpakkingsmateriaal. Volgens het CBS vallen ook sommige componenten voor vervoermaterieel onder de maatregelen.
Vooral machinebouwers hard geraakt
Naast metaalproducten voelen ook andere sectoren de gevolgen van het nieuwe importbeleid. De export van gespecialiseerde machines en -onderdelen naar de VS bedroeg vorig jaar 931 miljoen euro. Daarmee vormt deze categorie de grootste groep binnen de blootgestelde uitvoer. Ook de luchtvaartsector levert fors in: luchtvaartuigen en -onderdelen vertegenwoordigen 20,5 procent van de totale geraakte exportwaarde. Een andere grote post betreft gewalste platte producten van staal en ijzer, met een uitvoerwaarde van 853 miljoen euro.
‘Handelsakkoord is cruciaal’
Volgens Evofenedex onderstrepen de CBS-cijfers het belang van stabiele handelsbetrekkingen met de Verenigde Staten. Casper Roerade, beleidsadviseur Mainports en Internationale Supply Chains bij de ondernemersvereniging: ‘De cijfers laten ook zien hoe belangrijk de handelsrelatie met de VS is voor Nederland. Zo verdient Nederland meer aan de export naar de VS dan het mondiaal gemiddelde. Nederland verdiende 51 cent per euro die naar de VS werd geëxporteerd. Bij het mondiaal gemiddelde is dat 40 cent per euro.’
Hij wijst op het risico voor verschillende productcategorieën: ‘Staal- en aluminiumproducten spelen daarbij een belangrijke rol, net als chipmachineapparatuur en farmaceutische producten. Allemaal categorieën van producten die nu al of potentieel nog te maken krijgen met importheffingen. Vandaar dat het van belang is dat de EU en de VS een akkoord bereiken over een langdurig stabiele handelsrelatie, zodat ondernemers kunnen focussen op de groei van hun onderneming.’
Heffingen opnieuw van kracht na opschorting
De invoerheffingen op staal en aluminium zijn niet nieuw. In 2018 stelde toenmalig president Trump deze tarieven al in. President Biden schortte ze later deels op, maar sinds maart 2025 zijn ze opnieuw van kracht, en nu in uitgebreidere vorm. Nederlandse ondernemers moeten zich dus opnieuw instellen op een minder voorspelbaar handelsklimaat met hun op één na grootste overzeese afzetmarkt.