Zwijnenburg Machinefabriek heeft recent een nieuwe Awea BM 1400 freesbank in gebruik genomen. De investering komt bovenop drie bestaande freesbanken, waaronder een Awea 1200, en vergroot de capaciteit voor het metaalbewerkingsbedrijf dat steeds meer infra en maritieme projecten naar zich toe haalt.

Eind december werd een nieuwe Awea BM 1400 freesbank aangekocht en in week vier van dit jaar binnengereden in de werkplaats van Zwijnenburg Machinefabriek in Krimpen aan den IJssel. ‘Wij hadden een Awea 1200 staan waarvan de spindel op termijn vervangen moet worden. Hij doet het nog, maar de vraag is hoe lang. Toen de leverancier kwam om het vervangingswerk op te nemen, is het idee van een nieuwe extra freesbank ontstaan’, vertelt Remco Zegelaar, productie-coördinator.
Zegelaar geeft aan dat het werkvolume de voorbije jaren sterk gegroeid is, waardoor de vergroting van de capaciteit geen overbodige luxe was. ‘En over onze Awea 1200, die we zo’n vijftien jaar geleden gekocht hebben, waren we uiterst tevreden. De machine heeft ons nooit in de steek gelaten en zal na vervanging van de spindel hopelijk nog langer dienst kunnen doen.’

Daarnaast was deze machine gelijk leverbaar, vervolgt Remco. ‘We hebben nog een prijsvergelijking gedaan met een concurrerend model, maar dat verschil was niet groot. Bovendien was deze machine direct leverbaar, terwijl op de andere machine een levertijd van zes maanden zat.’
Vernieuwing machinepark
De freesmachine met een werkbereik van 1400 mm in de X-as, 650 mm in de Y-as en 610 mm in de Z-as maakt het ook mogelijk om grotere stukken te frezen dan met de vorige Awea. De freesbank van Taiwanese makelij is de zoveelste nieuwkomer in het machinepark van Zwijnenburg Machinefabriek. In zeven jaar tijd verwelkomde het ook een Kiheung U1200N en een DNM 750 II bewerkingscentrum net als een Doosan Puma 2600LY CNC draaibank, Style 750 teach inn draaibank en een grote Puma 700 XL CNC draaibank. ‘Voorlopig staan er nu dan ook geen investeringen gepland’, aldus Zegelaar.
Op zoek naar nieuwe klanten
De vernieuwing van het machinepark loopt grotendeels parallel met een herprofilering van het bedrijf. Tot zeven jaar terug stond de productie van Zwijnenburg Machinefabriek in het teken van het moederbedrijf, scheepsbouwer Zwijnenburg Shipyard. ‘De casco bouw voor de luxe jachten is erg onderhevig aan pieken en dalen, dit had ook zijn effect op de bezetting van de machinefabriek waar rustige en drukke periodes elkaar afwisselden’, vertelt Zegelaar.
In die periode is de strategie uitgerold om Zwijnenburg Machinefabriek en Zwijnenburg Shipyard als twee zelfstandige bedrijven in de markt te zetten. De schepenbouwer en het zusterbedrijf zijn op zoek gegaan naar alternatieve klanten en markten. Dit heeft goed uitgepakt. ‘We hebben ons klantenbestand in vijf jaar tijd verviervoudigd en zijn de afgelopen jaren flink gegroeid’, vertelt Zegelaar. Doordat het bedrijf met twaalf personeelsleden naast een verspaningsafdeling ook over een lasafdeling beschikt, kan het ook halffabricaten leveren en een grote doelgroep bereiken.

Een van de nieuwe markten is infra-bouw. ‘We werken nog steeds veel voor maritieme klanten, voor wie we scheepsonderdelen bouwen zoals bijvoorbeeld roeren of aandrijflijnen, maar de laatste tijd zien we meer vraag uit de infra. Er moeten heel wat bruggen en sluizen vervangen worden de komende jaren’, verklaart Zegelaar. Hier komt ook de toegevoegde waarde van de eigen lasafdeling volledig tot zijn recht. ‘Doordat wij DNV ISO 9001 gecertificeerd zijn en daarnaast beschikking hebben over de certificering ISO3834-2 en EN1090-1 Executie klasse 3 kunnen wij onze klanten ook ontzorgen op het constructievlak.’
Op eigen benen
Door het aanboren van de nieuwe klanten en markten is de afhankelijkheid van het moederbedrijf sterk afgenomen. ‘Waar zeventig procent van ons werk zeven jaar geleden nog voor het moederbedrijf was, is dat inmiddels nog maar tien of twintig procent’, aldus de productie-coördinator.
Ook Zwijnenburg Shipyard, het moederbedrijf, slaagde er in zijn activiteiten te verbreden door alternatieve klanten en markten aan te boren. ‘Naast de casco- en jachtbouw kun je bij hen terecht voor refit en reparatie werk, maar ook voor bijvoorbeeld offshore constructies’, besluit Zegelaar.
U moet inloggen om dit artikel te lezen
Onze unieke artikelen, analyses en expertise zijn speciaal voor u beschikbaar. Log in en lees verder!
Nog geen account? Meld u nu aan en krijg direct toegang tot exclusieve content.