VDL Groep heeft in de eerste zes maanden van 2025 een stabiele omzet en een herstellend resultaat geboekt. De industriële familieholding noteerde een omzet van 2,0 miljard euro, vrijwel gelijk aan dezelfde periode vorig jaar (2,1 miljard). Het nettoresultaat kwam uit op 53 miljoen euro, fors hoger dan de 3 miljoen euro in de eerste helft van 2024.

Zonder de divisie autoassemblage groeide de omzet met 2,5 procent. De divisie Toeleveringen zag de omzet dalen van 1,39 naar 1,30 miljard euro, vooral door een dip in de halfgeleiderindustrie, maar bleef winstgevend.
De divisie Bussen verdubbelde de omzet van 132 naar 270 miljoen euro dankzij verbeterde leveringen en de integratie van Van Hool. Tegelijkertijd is de activiteit nog verlieslatend. Om het tij te keren, concentreert VDL de OV-productie in Roeselare (België) en gaat Valkenswaard zich volledig richten op touringcars. Daar wordt volgend jaar de derde generatie VDL Futura gelanceerd, een model dat tot 15 procent zuiniger moet zijn. Onzekerheden blijven bestaan door Amerikaanse importheffingen en de lage dollarkoers.
De divisie Eindproducten groeide van 432 naar 444 miljoen euro omzet. Opvallend is de overname van Crux Agribotics, dat verdergaat als VDL Agrobotics en met AI en robotica groenten en fruit sorteert en verpakt. Daarmee versterkt VDL zijn positie in foodtech.
Born als strategisch cluster
In Born werkt VDL aan een nieuwe invulling van het voormalige Nedcar-terrein. Naast duurzame mobiliteit en energieoplossingen komt er meer focus op hightech maakindustrie en defensie. Inmiddels heeft het ministerie van Defensie een eerste overeenkomst getekend voor het huren van productieruimte, een belangrijke stap in de opschaling van de nationale defensie-industrie. Op de locatie werken nu ongeveer 250 medewerkers.
Orderportefeuille en vooruitblik
De orderportefeuille is door achterstallige busleveringen gedaald naar 1,727 miljard euro (week 35). VDL verwacht dat omzet en resultaat in de tweede helft van 2025 stabiel blijven. President-directeur Willem van der Leegte wijst wel op risico’s zoals geopolitieke instabiliteit, kostendruk en valutakoersen. Hij roept de politiek op te zorgen voor een stabiel industriebeleid en een aantrekkelijk ondernemingsklimaat: ‘Dat is de basis voor brede welvaart.’