FME: ‘Technologisch leiderschap en concurrentiekracht Europees centraal stellen’

Foto van: De redactie
Geschreven door De redactie

FME en Orgalim (de Europese koepel van de technologische industrie) pleiten voor het centraal stellen van technologisch leiderschap en concurrentiekracht in de opvolger van het Europese Horizonprogramma. De geopolitieke situatie vraagt om een ambitieus Kaderprogramma 10 (KP10) en ambitieus budget van 200 miljard euro, in lijn met een brede oproep hiertoe in Nederland en Europa. 

De technologische industrie is een onmisbare schakel in KP10, dus het budget moet beter in balans worden gebracht en beter aansluiten op behoeftes van de private sector. Baanbrekende innovaties en sleuteltechnologieën willen we immers niet alleen bedenken, maar ook produceren in Europa. Dat is in het Nederlands én Europees belang, aldus de organisaties.

Europese innovatiesamenwerking levert ons veel op. In Horizon, hét ambitieuze Europese R&D-programma dat bijna honderd miljard euro investeert in onderzoek en innovatie, doet Nederland het goed. Elke euro die we daarin stoppen, verdienen we maar liefst anderhalf keer terug. Bedrijven en kennisinstellingen ontwikkelen daarmee de slimste innovaties om Nederland en Europa sterker, slimmer en groener te maken. 

Tegelijkertijd waarschuwen FME Orgalim ons. Onder die innovaties en de mooie cijfers voor Nederland sluimert de bedreigde positie van Europa in de wereld. De tijden zijn veranderd. Rusland is Oekraïne binnengevallen, de VS geeft met de IRA strategische industriepolitiek vorm en China is leidend op 37 van 44 sleuteltechnologieën. Waar het Europees aandeel van de industrie in de wereldeconomie tien jaar geleden nog even groot was als dat van China, is dat inmiddels nog maar de helft daarvan. Strategische innovatiepolitiek is dus bittere noodzaak, en daar hoort een ambitieus Europees R&D-programma bij.

Ambitieus kaderprogramma is cruciaal

De komende periode vinden onderhandelingen in Europa plaats over het volgende kaderprogramma (KP10). FME vindt dat dit programma zich moet richten op het versterken van de Europese concurrentiekracht en technologisch leiderschap. Om bij te blijven met de wereldwijde stijging van R&D-uitgaven, moeten zowel Europa als Nederland de 3%-norm halen. Een verdubbeling van het budget van KP10 past bij die ambitie. FME stelt voor KP10 aantrekkelijker te maken voor het innovatieve bedrijfsleven, door verhoging van het private aandeel van het budget naar een derde en door focus op sleuteltechnologieën om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Zo bedenken we niet alleen innovaties in Europa, maar maken we die ook.

Start-ups, innovatief mkb en grote bedrijven zijn onmisbaar

FME-leden hebben nu al baat bij Horizon. Deep-tech start-ups kunnen in Europa opschalen en het innovatief mkb kan concurrerend blijven op wereldniveau. Grote innovatieve bedrijven ontwikkelen samen met kennisinstellingen en andere bedrijven de nieuwste innovaties: van schonere bussen en vrachtwagens tot geavanceerde fotonica en duurzame brandstoffen. Ook in het nieuwe Kaderprogramma wil de technologische industrie bijdragen aan Europa als innovatiekoploper. 

Europa moet in een onzekere en veranderde wereld daarom zelf het stuur vastpakken. Slimme publieke investeringen in onderzoek en innovatie zijn cruciaal. We willen dat het zwaartepunt van de ontwikkeling en productie van sleuteltechnologieën, zoals micro-elektronica, fotonica en quantumtechnologie, zich ook in Europa bevindt. Daarmee kunnen we de zorg verbeteren, een schonere wereld maken en onze huizen verwarmen. Door sleutelposities in waardeketens in te nemen, worden we na zonnepanelen en elektrische auto’s niet ook voor andere technologieën ongewenst afhankelijk, besluiten de organisaties. 

Lees het FME-standpunt over het kaderprogramma KP10 in de oplegger bij het position paper van Orgalim

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *