De Europese Commissie wil de invoer van staal verder aan banden leggen, maar volgens de Europese vereniging van onafhankelijke metaaldistributeurs (Euranimi) dreigt die aanpak averechts te werken. Zonder aanvullende maatregelen om ook eindproducten met staal te belasten, kan de Europese maakindustrie zwaar worden getroffen, waarschuwt de organisatie.

De Commissie stelde onlangs een pakket maatregelen voor dat de invoerquota voor staal halveert en de invoerheffing buiten die quota verdubbelt van 25 naar vijftig procent. Voor roestvast staal wordt het contingent zelfs met zestig procent verlaagd. Tegelijkertijd treedt op 1 januari 2026 de nieuwe CO2-taks (CBAM) in werking, die de prijs van geïmporteerd staal met ruim tien procent kan verhogen.
Volgens Euranimi zal deze combinatie leiden tot ‘exploderende prijzen en structurele tekorten’ voor de Europese maakindustrie. ‘De maatregel is buitensporig: gehalveerde quota, verdubbelde heffingen én een CO2-taks’, stelt de organisatie. ‘De gevolgen zijn voorspelbaar: hogere prijzen, lagere beschikbaarheid en een verlies aan concurrentiekracht.’
Drie risico’s voor de Europese industrie
De vereniging wijst op drie belangrijke effecten. Ten eerste wordt het aanbod van staal in de EU verder beperkt, terwijl de productiecapaciteit niet snel kan worden opgeschaald. Ten tweede ontstaat een ‘rode loper’ voor de import van eindproducten die buiten de EU zijn gemaakt van goedkoper, onbelast staal. En ten derde verliezen Europese fabrikanten terrein op de wereldmarkt omdat hun kosten stijgen terwijl concurrenten elders goedkoper kunnen produceren.
Spiegelmaatregel voor eindproducten
Om dat te voorkomen pleit Euranimi voor een spiegelmaatregel die ook ingevoerde eindproducten met een hoog staalgehalte belast zodra een redelijke importdrempel is overschreden.
Het voorstel van de organisatie houdt in dat eindproducten met meer dan twintig procent staal, na overschrijding van het quotum, worden belast met een invoerheffing van vijftig procent over de staalwaarde.
Een voorbeeld: een wasmachine bestaat voor ongeveer zestig procent uit staal. Zodra het quotum is uitgeput, zou alleen het staaldeel van dat product onder de heffing vallen. Volgens Euranimi zou dat de consumentenprijs slechts met één à twee procent verhogen, terwijl Europese fabrikanten niet langer worden benadeeld.
‘Bescherm de hele waardeketen’
‘Alleen de staalfabrieken en hun 300.000 banen beschermen is een strategische fout’, zegt Christophe Lagrange, bestuurslid van Euranimi. ‘Bescherm de héle waardeketen: dáár werken veertig keer meer mensen. Anders produceren we straks Europees staal voor een maakindustrie die nog slechts een schim is.’
Zijn collega Rob Greve vult aan: ‘EU-staalproductie beschermen is legitiem, maar niet op de rug van de verwerkende industrie. Zo verliezen we straks nog meer productie, banen en autonomie. Een sterke staalindustrie bestaat bij gratie van een sterke Europese afzetmarkt.’


