Analyse Erik Spikmans: ‘Het is weer ‘lekker druk’ in de metaal’

Bij een recente bijeenkomst van ons klantenpanel hoorde ik opvallend positieve verhalen, één klant formuleerde het mooi: ‘Het is weer ‘lekker druk’.’ Anderen bevestigden dit: niet de overspannen drukte van 2018, maar anderzijds lijkt ook de dip in de verspaning weer hersteld.

Deze ‘lekkere drukte’ voelt ook als méér dan alleen de seizoenspiek die je normaal vlak voor de vakantie ziet: de orderboeken zijn weer goed gevuld en er is veel diversiteit in de vraag. Bovendien hangt veel van de vraag in de Brabantse metaalindustrie samen met ASML, ook daar is het optimisme teruggekeerd.

Verder zie je in sommige sectoren opvallende groei: machinebouwers beginnen weer grotere series te maken, de zonnepanelen zijn doorgebroken bij de massa en zelfs in de automotive gloort weer wat optimisme. De investeringen in nieuwe trucks en trailers blijven daarentegen wel achter bij vorig jaar.

Ontwikkeling per markt

De Europese RVS-fabrikanten hebben al een behoorlijke tijd last van de importstroom van niet-Europees materiaal en onzekerheid met betrekking tot de handelsoorlog tussen de VS en China. De achterblijvende vraag vanuit met name de Duitse automobielindustrie maakt de uitdaging voor deze partijen nog groter om de productiecapaciteit goed gevuld te houden. De Europese staalindustrie trekt inmiddels gezamenlijk op om de importbeperkende maatregelen verder aangescherpt te krijgen bij de Europese Commissie. De grondstofprijzen zijn momenteel in wat mindere mate van invloed op de RVS-prijsontwikkeling. De chroomprijs voor Q3 is circa 13 procent lager dan in Q2 en de nikkelkoers bleef in de eerste helft van juni relatief stabiel, maar we zien naar het einde van de maand al hogere noteringen.

In de aluminiummarkt zet de positieve trend zich door, het eerder benoemde ‘aluminiumtoerisme’ van begin dit jaar lijkt voorbij. Er reisde toen veel aluminium van Europa naar de VS, maar daar lijken ze zich te hebben ‘volgevreten’ dus de volumes worden weer op het Europese speelveld verhandeld. De automotive sector verwacht pas einde van volgend jaar herstel, hierdoor is er capaciteit over bij de producenten waardoor wij flexibel kunnen inspelen op klantvragen. Er is ook veel vraag naar tranenplaten, met name vanuit de bouw.

In de markt voor koolstof staalplaat hebben de fabrieken het zwaar. De stijgende grondstofprijzen maken een prijsverhoging volgens hen noodzakelijk, maar door de onbalans tussen vraag en aanbod lijkt dit vooralsnog niet tot nauwelijks realiseerbaar, zeker richting de traditioneel zwakkere vakantiemaanden. Aangezien het prijsverval van de afgelopen maanden niet heeft geleid tot een betere orderintake, wordt er op veel plaatsen de productiecapaciteit verlaagd. Buizenfabrieken, belangrijke afnemers van bandstaal, proberen ook tevergeefs prijsverhogingen door te voeren. Alles wijst erop dat de fabrieken een uiterste inspanning zullen doen om de prijzen in Q4 op een hoger niveau te krijgen.

In de markt voor koolstof lange producten is het weer iets meer hollen en stilstaan: opeens ‘moet het morgen’, bijvoorbeeld in de kassenbouw. Gelukkig is die veerkracht een belangrijk deel van ons bestaansrecht als handelaar, wij durven nog wel te investeren in onze voorraad. De prijs voor staf gerelateerd aan de automotive sector is nog steeds dalend, de kortere levertijden wijzen op overcapaciteit bij de staalfabrieken. De fabrikanten van buizen lijken er, zoals gezegd, niet in te slagen om hun prijzen te laten stijgen.

Eigenlijk gaat het dus best wel goed in de markt, zeker in Nederland. Tot de recessie trokken we ons op aan de Duitsers, maar sindsdien lijken we op ‘eigen benen’ te staan. Digitalisering, innovatie en verandering in het algemeen gaan ons laaglanders makkelijker af. Dus zeker op de lange termijn is mijn vertrouwen in onze markt erg hoog. If it ain’t Dutch, it ain’t much.

Erik Spikmans, MCB Nederland

Reageren?
redactie@vraagenaanbod.nl