Patrick Vissers maakte enkele jaren geleden een opmerkelijke carrièresprong. Hij ruilde zijn tuinhandschoenen in voor lashandschoenen en werd laskunstenaar. ‘Veel kunstenaars kunnen niet leven van de kunst, ik wel.’

Hij was een vreemde eend in de bijt op de Metavak vakbeurs in Gorinchem. Waar talloze bedrijven hun metaalmachines onder de aandacht brachten van ondernemers in de metaalindustrie, had Patrick Vissers (44) een zelf gelaste hond uitgestald op zijn stand.
Vissers uit Alphen aan de Rijn werkte lange tijd als hovenier voordat hij de sprong naar kunstlasser maakte. ‘Ik maakte al veel laswerken in mijn vrije tijd, maar nadat ik voldoende afzet vond, heb ik besloten fulltime te beginnen als metaalkunstenaar.’ Naast zijn hobby had hij geen enkele achtergrond in de lastechniek. ‘Ik heb ook geen lasopleidingen gevolgd.’

Zijn opdrachtgevers zijn gemeenten, bedrijven en particulieren. Voor de gemeente Harderwijk maakte hij een vijf meter lange baars waar hij enkele maanden aan werkte. ‘Deze staat opgesteld op een oversteek tussen twee gebouwen in een nieuwe wijk’, vertelt de ondernemer, die foto’s gebruikt om zijn realistische kunstwerken vorm te geven.
Op de stand in Gorinchem prijkte ook een paardenhoofd dat uit diverse metalen onderdelen was samengesteld. Hij gebruikt stangen, plaatijzer, betonijzer, steeksleutels, nijptangen en scharen. Dit afgedankte materiaal komt vooral van een recyclebedrijf. ‘De hoefijzers komen van een hoefsmid en bij een motor- en fietsenzaak haal ik oude kettingen, remschijven en tandwielen’, aldus de kunstenaar.

Hierdoor behoort hij volgens eigen zeggen tot de Junk Art-kunststroming. ‘Dat vind ik gaaf, want hun filosofie is ook mijn filosofie. Schroot of rommel lijkt waardeloos, maar als je schroot bestempelt tot waardeloos dan ontken je haar kracht door creativiteit.’