Hester Jansen, lobbyiste voor de Nederlandse industrie in Europa: ‘Laat je stem horen!’

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Ze lobbyt in Brussel voor de technische industrie: Hester Jansen. Maar wie denkt dat zij stapels ongemerkte bankbiljetten in koffers met zich meezeult en zo gewicht in de schaal kan leggen, heeft het mis. ‘Het is meer een kwestie van de voet tussen de deur krijgen; je stem laten horen.’ Natuurlijk helpt een etentje wel eens, maar het is niet de standaard module om iemand ‘om te kopen’. Informatie, argumenten; het belang van de industrie laten horen. En dat doe je op een serieuze manier.

Vier dagen per week werkt ze in Brussel vanuit het hoofdkwartier van Orgalime; de Europese koepel van brancheorganisaties voor de maakindustrie. Ze zit er gedetacheerd vanuit de FME en behartigt de belangen van de Nederlandse industrie en haar vertegenwoordiging. ‘Orgalime is de overkoepelende organisatie van, zeg maar, 37 FME’s uit 32 Europese landen. Inderdaad; meer landen dan de EU op dit moment telt, want dat zijn er 27. Orgalime vertegenwoordigt 130.000 bedrijven die werk bieden aan bijna elf miljoen mensen.’ Een belangengroep om rekening mee te houden, zo blijkt. Groot, ook. Alleen de voedingsmiddelen- en de chemische industrie zijn groter. ‘Maar we zijn wel één van de lievelingetjes binnen de EU. Uiteindelijk biedt onze sector heel veel toegevoegde waarde’, vertelt ze. ‘Onze industrie creëert oplossingen voor maatschappelijke problemen.’

Informatie delen

Vooral Duitsland en Frankrijk zijn heel erg industrie-minded. Overheid en industrie vinden elkaar daar snel. Zij vormen een natuurlijk monsterverbond, een blok ten aanzien van Europese regelgeving op industriegebied.

Aandachtsgebied voor Jansen en consorten is onder andere de uitstoot; de industriële emissies. Jansen: ‘De emissies worden op twee fronten aan banden gelegd. De industriële emissie wordt gemeten bij de bron, zeg maar ‘bij de schoorsteen’, maar ook beoordeeld op basis van de omgevingslucht.’ Volgens Jansen is het ‘aan de schoorsteen meten’ de enige wijze waarop je de industrie mag afrekenen op haar eventuele vervuilende bezigheden; niet door hen ook nog eens op basis van luchtkwaliteit aan te pakken. Immers: de industrie is door de jaren heen steeds milieubewuster en schoner geworden en zou bij luchtmetingen nog eens extra ‘buitenproportioneel gepakt’ worden doordat verkeer en andere bronnen voor vervuiling zorgen.

Ook maakt Jansen zich sterk voor meer aandacht voor Ecodesign. ‘Producten met een hoge innovatiegraad die zorgen voor beduidend minder energieverbruik.’ Ook de beschikbaarheid van arbeidskrachten, vooral de kenniswerkers, is een aandachtsgebied. ‘Technisch geschoold personeel zou juist heel erg mobiel moeten zijn en niet aan banden moeten worden gelegd door Europese regelgeving.’

Niet alleen probeert ze de Europese overheid te informeren over de industrie, ook kan ze, vaak al in een vroeg stadium, ondernemers – via de FME – waarschuwen voor op handen zijnde Europese regel- en wetgeving die van invloed zijn op hun reilen en zeilen. ‘We kunnen zo vroegtijdig de Nederlandse industrie mobiliseren.’ Informatie vinden en delen, daar draait het om. ‘En hoe langer je in Brussel bent, hoe meer informatie je weet los te peuteren.’ Ook zoeken de diverse lobbyisten steun bij elkaar en delen zij veelvuldig informatie dat is uitgelekt, dan wel op andere wijze tot hun komt en de aandacht verdient. ‘Samen kunnen we immers een vuist maken’, weet Jansen, die dit werk inmiddels anderhalf jaar doet.

Verkiezingen

‘Hoe groter de onderneming, hoe meer belang bij een stem die Europees gehoord wordt’, weet Jansen. ‘Vandaar dat een internationaal georiënteerde onderneming als Siemens maar liefst dertien man in Brussel heeft zitten.’ Kleine ondernemingen zouden evenwel via organisaties als de FME hun stem nog beter moeten laten horen. ‘Europa gaat steeds meer aan belang winnen. Hier wordt beleid gemaakt en moeten we de stem van de maakindustrie laten horen.’

Jansen is zelf enorm ‘Europees’, maar voelt zich tevens Nederlander, vrouw, en nog veel meer zaken die allemaal prima met elkaar te rijmen vallen. ‘In Nederland denkt men nogal rigide. Het is of dit, of dat; niet van alles wat. Maar waarom zou je het ene voorvechten en het andere verloochenen? Ga niet mee in de Euro scepsis. Er is veel geld in Europa te verdienen. En ja, soms doet men in Brussel belachelijk. Trek dan aan de bel. Laat je stem horen!’

Klinkt bijna als een stemadvies, of niet? Lachend: ‘Ik sta op plaats nummer achttien van de lijst CDA. Op een onverkiesbare plaats. Uiteindelijk krijgt Nederland maar 27 zetels en had het CDA er zeven.’ Genoeg van het lobbyen en toe aan een nieuwe uitdaging? ‘Dat niet.’ Liever een luie ambtenaar dan een flitsende lobbyist? ‘Vreemd dat men dat beeld van Europese ambtenaren heeft. De snelst werkende ambtenaren vind je hier. Hier gaan mensen zitten die met een drive, met een ambitie, voor Europa willen gaan. Die houden niet van halfslachtig werk; die gaan er helemaal voor.’ Reden te meer om dit jaar wel eens een stem uit te brengen…

Alex de Jong