FNV Bouw, CNV Hout en Bouw en Bouwend Nederland investeren flink in opleiding

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

FNV Bouw, CNV Hout en Bouw en Bouwend Nederland hebben een tweejarige overeenkomst getekend om de sociale gevolgen van de kredietcrisis voor de bouwsector zo veel mogelijk te beperken.

Sociale partners in de bouw maken zich grote zorgen over de effecten van de kredietcrisis voor de werkgelegenheid in de bouw. Naar schatting 30.000 arbeidsplaatsen dreigen volgens het EIB verloren te gaan, terwijl binnen afzienbare tijd weer gekwalificeerde medewerkers nodig zijn.

Bij de ondertekening van de overeenkomst waren Dick van Haaster (FNV Bouw), Arend van Wijngaarden (CNV Bouw en Hout) en Elco Brinkman (Bouwend Nederland) aanwezig.

Het plan beoogt de instroom van jongeren op peil te houden in combinatie met het opleiden van volwassenen. Daarnaast worden maatregelen genomen voor het opvangen en begeleiden van medewerkers die ontslagen worden.

Bouw door, leer verder

In het plan ‘Bouw door, leer verder’ zorgen de opleidingsbedrijven voor een continue instroom van duizenden leerlingen. Zij ontvangen daarvoor een stimuleringspremie van 1.000 euro per leerling.

Volwassenen kunnen daarnaast langere tijd een opleiding volgen. Werkgevers kunnen minimaal zesduizend medewerkers in aanmerking laten komen voor de uitgebreide extra scholingsfaciliteiten, bovenop de reguliere opleidingsmogelijkheden in de bouw.

Modulaire opleidingskosten

Hiervoor heeft Fundeon modulaire opleidingen ontwikkeld. De bedrijven moeten ruimte creëren, zodat leerlingen de mogelijkheid krijgen in de praktijk hun opleiding af te maken. Bedrijven die voldoen aan deze voorwaarden, krijgen de opleidingskosten en de verletkosten vergoed.

De sociale partners willen in het kader van publiek private samenwerking afspraken maken met UWV Werkbedrijf en met Randstad om medewerkers die ontslagen worden op te vangen. Daarbij valt te denken aan bouwdesks bij de mobiliteitscentra, opleiding en arbeidspools.

Scholingsfonds
Het plan is voor twee jaar en betreft in totaal 64 miljoen euro. Financiering vindt plaats door een extra beroep op de reserves van onder meer het scholingsfonds.