Europese plannen energietransitie voorzien in Europese mijnbouw

De Europese Commissie heeft voorstellen gelanceerd om in Europa meer ‘kritieke’ grondstoffen voor de energietransitie te delven. Op die manier wil de EU de afhankelijkheid terugschroeven van China voor de levering van bijvoorbeeld lithium, kobalt, koper en silicium. De Nederlandse overheid juicht de ‘Critical Raw Materials Act’ toe.

De concurrentiepositie van Europa en Nederland in de wereldeconomie staat onder druk. De Europese Unie minder afhankelijk zijn van kritieke grondstoffen én de productie van schonere (energie)technologieën zoals batterijen, wind en zon versnellen. Om dit te bereiken heeft het vorige week de Critical Raw Materials Act (CRMA) gelanceerd.

Met het plant is de EU van plan om voldoende beschikbaarheid van kritieke grondstoffen zoals lithium en kobalt te gaan bereiken. Voor deze kritieke grondstoffen, die nodig zijn voor bijvoorbeeld batterijen, windmolens, halfgeleiders, waterstofproductie, zonnepanelen en ledverlichting, zijn we sterk afhankelijk van China.

Geopolitiek wapen

Voor sommige van deze kritieke grondstoffen zijn we momenteel afhankelijk van derde landen die 90% van de wereldproductie bezitten, laat de Nederlandse overheid weten in een reactie op de Europese plannen om de zelfvoorzieningsgraad op te voeren. ‘In toenemende mate is controle over kritieke grondstoffen naast economische invloed ook in te zetten als geopolitiek wapen’, klinkt het bij Minister Micky Adriaansens (EZK) die zich sterk dat naast grondstoffen, ook halfproducten straks onderdeel worden van de CRMA, omdat ook daar ongewenste afhankelijkheden optreden.

Op dit moment zijn de volgende doelstellingen neergelegd voor grondstoffenwinning vanaf 2030: 10 procent van de grondstoffen moet uit eigen bodem komen, 15 procent uit recycling, en 40 procent van de verwerking van gebruikte grondstoffen dient binnen de EU te gebeuren. Daarbij mag nooit meer dan 65 procent van de gebruikte hoeveelheid per soort grondstof uit een enkel ander land komen.

De EU-lidstaten zijn bij de realisatie van de Europese doelstellingen verplicht nationale programma’s te ontwikkelen voor het verkennen van geologische hulpbronnen.