De Europese staalmarkt beweegt deze maand in een omgeving die tegelijk chaotisch en afwachtend aanvoelt. Na de lichte prijsstijgingen in oktober is november vooral een periode waarin kopers en handelaren proberen te begrijpen welke richting de markt opgaat. Dat stelt het Staaljournaal van Noviostaal van november.

De invloed van nieuw Europees beleid, de naderende invoering van het CBAM mechanisme en onzekerheid over toekomstige importregels bepalen het sentiment. Tegelijkertijd tonen stilstanden bij Europese staalfabrieken hoe kwetsbaar het aanbod blijft in een markt waar de vraag laag is. De Europese Commissie schetst daarbij een licht positiever beeld voor 2025, maar houdt voor 2026 rekening met een gematigder groeipad, wat het bredere beeld van een traag herstel in de Europese industrie bevestigt.
Europa: markt in beweging
De markt voor warmgewalste coils blijft onrustig. In Noordwest Europa bewegen de niveaus rond 610 tot 640 euro per ton af fabriek, terwijl in Zuid-Europa, vooral Italië, de staalprijzen iets lager liggen door een rustige handelsstroom. De markt verwerkt elk nieuw signaal: een brand in een fabriek in Duisburg, uitval van productie in Frankrijk, technische problemen in Spanje en vertraging bij een hoogoven aan de Italiaanse kust. Deze incidenten beperken het aanbod juist in een periode waarin het autosegment rekening houdt met verstoringen in de levering van halfgeleiders uit China.
Daarnaast komt een grote hoeveelheid eerder geboekte import in december en januari Europa binnen, waardoor veel kopers nieuwe aankopen uitstellen. Hoewel diverse staalfabrieken nog steeds 620 tot 650 euro per ton af fabriek vragen voor leveringen begin 2026, wordt in rustige weken vaker kortingen gegeven om volumes vast te leggen.
In verzinkt en koudgewalst materiaal is de toon steviger dan bij warmgewalste coils. Door beperkt aanbod en weinig concurrerende import, mede door onzekerheid rond CBAM, liepen de Europese HDG-niveaus begin november met ongeveer tien tot twintig euro per ton op. Het handelsvolume bleef bescheiden, maar de markt was duidelijk strakker dan bij andere platte staalsoorten.
Ook de plaatstaalmarkt laat een lichte verbetering zien. Zuid-Europese walserijen houden hogere biedingen vast en in Noordwest Europa worden deze voorzichtig geaccepteerd. De Duitse markt blijft traag, maar hogere niveaus worden geleidelijk ingeprijsd door onzekerheid rond CBAM en mogelijke aanpassingen in quota. Tegelijk blijft de industriële vraag beperkt, waardoor het herstel fragiel blijft.
CBAM en Europese regels
Het Europese debat rond importbescherming vormt opnieuw een belangrijk onderdeel van het marktsentiment. De Commissie werkt aan een methode waarbij de prijs van CBAM certificaten vanaf 2026 per kwartaal en vanaf 2027 wekelijks wordt vastgesteld. Dit moet administratieve lasten verlagen, maar zorgt tegelijk voor nieuwe onzekerheden over kosten die aanzienlijk kunnen schommelen.
Ondertussen blijft de onzekerheid rond CBAM groot. De Europese Commissie stelt dat alle technische regels op tijd klaar zijn voor invoering op 1 januari 2026, maar bedrijven melden dat cruciale emissiebenchmarks en verificatiemethoden nog ontbreken. Hierdoor vragen steeds meer afnemers om DDP aanbiedingen inclusief CBAM kosten, terwijl handelaren moeite hebben deze kosten betrouwbaar te berekenen. Verschillende sectoren hebben hun voorraden de afgelopen maanden verhoogd om verstoring rond de startdatum te beperken, wat de spanning op de importmarkt vergroot.
In het voorstel dat de safeguard opvolgt en vermoedelijk vanaf april ingaat, worden de invoerquota voor veel categorieën verlaagd. Vooral grote eindverbruikers en servicecentra vrezen hogere inkoopkosten, terwijl staalfabrieken juist ondersteuning verwachten. De zorgen richten zich op het risico dat in Europa geproduceerde onderdelen duurder worden dan geïmporteerde eindproducten die buiten CBAM vallen.
Het spanningsveld tussen duurzaamheid, energie en concurrentiekracht blijft daarbij duidelijk zichtbaar. Staalfabrieken geven aan dat de transitie naar klimaatneutraal staal wordt afgeremd door hoge investeringskosten, beperkte toegang tot betaalbare groene energie en een onzeker beleidskader. Duitsland werkt aan een gesubsidieerd stroomtarief van vijf eurocent per kilowattuur vanaf 2026 (ter vergelijking: in Nederland liggen industriële tarieven momenteel rond 0,09 tot 0,12 euro per kilowattuur), terwijl Europa de mogelijkheden voor CO2-afvang onderzoekt. Daarbij wordt zichtbaar dat het aandeel van de staalsector richting 2030 nog beperkt blijft.
Importdruk en marktdynamiek
De aankondiging van het nieuwe CBAM mechanisme heeft deze herfst geleid tot een sterke instroom. In verschillende categorieën zijn de quota grotendeels uitgeput, vooral bij warmgewalste coils uit Turkije, Zuid Korea en India. Ook bij koudgewalste coils en verzinkte coils liggen de percentages tussen tachtig en honderd. Hierdoor neemt de importstroom richting december duidelijk af.
Toch zijn er opnieuw volumes verkocht richting Europa voor levering in het eerste kwartaal van 2026. Indonesische warmgewalste coils zijn verkocht rond 470 tot 580 euro geleverd en ook Thailand, Vietnam en Saoedi Arabië blijven actief. Veel kopers wachten echter op duidelijkheid over de totale kosten inclusief CBAM voordat zij nieuwe volumes vastleggen.
In de Verenigde Staten was sprake van een lichte opleving in spotactiviteiten. De staalprijzen voor warmgewalste coils stegen in november matig, terwijl de vraag voor het nieuwe jaar relatief laag blijft. De importdruk is gering door voldoende binnenlands aanbod, en de recente stijging wordt vooral gezien als een korte technische opleving.
In China is de situatie verder verslechterd. De ruwstaalproductie daalde in oktober met ruim twaalf procent op jaarbasis tot ongeveer 72 miljoen ton, het laagste niveau sinds eind 2023. De binnenlandse consumptie daalde nog sneller door problemen in de vastgoedsector, waardoor binnenlandse staalprijzen onder druk kwamen. Exportvolumes bleven hoog en de rendementen van veel fabrieken stonden onder druk. Over de eerste tien maanden kwam de totale productie uit op ruim 817 miljoen ton. Wanneer deze lijn wordt doorgezet, blijft China dit jaar onder één miljard ton, een niveau dat voor het laatst in 2019 werd bereikt.
In andere Aziatische landen stijgen de prijzen voor ruwstaalproducten licht, maar de handel verloopt moeizaam omdat afnemers de hogere niveaus nog niet accepteren. Vietnam heeft een onderzoek geopend naar mogelijke ontwijking van antidumpingmaatregelen op breed warmgewalst materiaal uit China, waardoor transacties vrijwel zijn stilgevallen. In Italië laat de markt voor plaatstaal een lichte stijging zien, gesteund door hogere kosten voor walsplakken, terwijl de vraag beperkt blijft.
Slot en vooruitblik
Ondanks de lichte prijsstijgingen die in oktober en begin november zichtbaar waren, ontbreekt een duidelijke verbetering in de onderliggende vraag. Steeds meer marktgeluiden wijzen erop dat een deel van de recente prijssteun eerder voortkomt uit beleidsfactoren, zoals onzekerheid rond CBAM, aanpassingen in quota en tijdelijke verstoringen in het aanbod, dan uit een fundamentele versterking van de markt. Mocht die beleidsmatige spanning wegebben terwijl de vraag zwak blijft, dan kan opnieuw neerwaartse druk op de staalprijzen ontstaan.
Het risico bestaat dat de markt zich na deze korte periode van stabiliteit opnieuw moet richten op de realiteit van beperkte industriële activiteit en voorzichtig aankoopgedrag.
Tegelijk kan het eerste kwartaal van 2026, wanneer de regels rond CBAM volledig zijn uitgekristalliseerd en voorraden opnieuw moeten worden aangevuld, een meer structurele opleving brengen. Tot die tijd blijft de Europese staalmarkt vooral gestuurd door regelgeving en timing, en minder door echte vraaggroei.
ArcelorMittal
In Fos sur Mer ligt een deel van de productie sinds begin oktober stil na een brand. De fabriek verschuift orders en koopt extern materiaal in om leveringen te verzekeren. Een tijdelijke herstart wordt begin december verwacht, met volledige hervatting richting januari. In België zijn de klimaatprojecten in Gent uitgesteld; de plannen voor directe reductie en elektrische smelttechnologie gaan alleen door bij gunstige financiële en energievoorwaarden. Ondertussen vordert de modernisering in Belval, waar oude apparatuur is verwijderd en de montage van een nieuwe elektrische smeltinstallatie loopt. In Frankrijk verloopt de bouw van de elektrische staalinstallatie in Mardyk volgens planning. In Spanje zijn de hoogoven in Gijon en de plaatwalserij weer operationeel na eerdere storingen.
Thyssenkrupp
De brand eind oktober in de warmwalserij in Duisburg veroorzaakte schade aan het ovengedeelte en de halconstructie, maar de impact op leveringen blijft beperkt. De nieuwe installatie voor continugieten en walsen liep vrijwel geen schade op en bevond zich nog in de opstartfase. Eerder dit jaar werd een hoogoven in Duisburg definitief stilgelegd als onderdeel van een bredere capaciteitsaanpassing. De toekomst van de Duitse staalactiviteiten blijft onderwerp van gesprekken na een indicatief bod op Steel Europe.
Acciaierie d’Italia (ADI)
ADI heeft in Taranto de enige operationele hoogoven na een korte onderhoudsstop opnieuw opgestart. De installatie lag enkele dagen stil maar draait nu weer op ongeveer 4500 ton ruwijzer per dag. Het bedrijf werkt aan voorbereidingen voor een mogelijke herstart van een tweede hoogoven richting het einde van het jaar of begin volgend jaar. De toekomst van het bedrijf blijft onzeker, al lopen er gesprekken over vervolgstappen en mogelijke investeerders.
Indicatieve basisprijzen
| Indicatieve basisprijzen per ton | Warmgewalste coils | Koudgewalste coils | Sendzimir verz.coils | Kwartoplaat |
| September 2025 | € 600 – 620 | € 660 – 690 | € 670 – 700 | € 680 – 700 |
| Oktober 2025 | € 605 – 630 | € 670 – 700 | € 680 – 710 | € 685 – 710 |
| November 2025 | € 610 – 640 | € 705 – 730 | € 710 – 740 | € 680 – 710 |
*Bij deze prijzen dienen nog toeslagen voor kwaliteit, dikte/breedte/lengte en eventueel beitsen, evenals vrachtkosten gerekend te worden.
***Genoemde prijzen zijn indicatief, circa en geheel vrijblijvend.












