Ondernemers in Nederland vragen om drie fiscale maatregelen die het ondernemingsklimaat moeten versterken: minder regeldruk, lagere lasten op arbeid en het belonen van verduurzaming. Uit onderzoek van Nextens fiscale software blijkt dat deze prioriteiten breed worden gedeeld. Ook kiezers van de grootste partijen in de huidige peilingen – PVV, CDA, GroenLinks/PvdA, VVD en D66 – noemen deze thema’s als belangrijkste aandachtspunten.

Ondernemers ervaren dat de complexiteit van fiscale regels hun bedrijfsvoering belemmert. In een eerdere enquête uit augustus 2024 gaf 63 procent aan dat overheidsregelingen voor bedrijven te ingewikkeld zijn. Het aantreden van kabinet Schoof-1 in juli 2024 heeft daar geen verandering in gebracht.
Na het terugdringen van regeldruk staat verlaging van de arbeidslasten bovenaan het wensenlijstje. Lagere werkgeverspremies worden vaak genoemd als voorbeeld. Ondernemers zien dit als cruciaal om het ondernemingsklimaat te verbeteren en de economie te versterken. De Nederlandse economie kromp in 2023, groeide in 2024 met één procent en de verwachting voor 2025 is een groei van 1,1 procent.
Verduurzaming en arbeidsmigratie
Naast regeldruk en arbeidskosten staat verduurzaming hoog op de agenda. Ondernemers pleiten voor fiscale prikkels zoals aftrekposten, subsidies of vrijstellingen. Deze wens leeft vooral bij kiezers van GroenLinks/PvdA en D66. VVD-stemmers hechten juist meer belang aan een lager mkb-tarief in de vennootschapsbelasting.
Arbeidsmigratie is een ander punt van aandacht. Veel steun is er voor belastingvoordeel voor werkgevers die investeren in lokale arbeidskrachten, met name bij VVD-, PVV- en CDA-kiezers. Daarnaast is er draagvlak voor strenger toezicht op schijnzelfstandigheid en malafide uitzendconstructies, een werkgeversbijdrage bij langdurige inzet van buitenlandse tijdelijke krachten en het schrappen van voordelen voor sectoren die structureel afhankelijk zijn van laagbetaalde arbeid. Voor een investeringsaftrek gericht op verbetering van arbeidsomstandigheden is nauwelijks belangstelling.
Een hoger minimumloon wordt door PVV-, GroenLinks/PvdA- en D66-stemmers vaker gezien als middel om arbeidsmigratie af te remmen. Bij VVD-stemmers is die steun kleiner, met het CDA in een middenpositie. Extra fiscale prikkels voor het aannemen van personeel met een vast contract krijgen vooral steun van PVV-stemmers.
Meer overeenkomsten dan verschillen
Over de volle breedte zijn de verschillen tussen ondernemers en kiezersgroepen beperkt. Stimuleringsmaatregelen voor innovatie en R&D vinden brede steun, al tonen PVV-stemmers hier het minste enthousiasme. Investeringen in digitalisering en automatisering worden vooral door D66-stemmers genoemd, maar ook door andere partijen gewaardeerd. Een hogere zelfstandigenaftrek voor zzp’ers en kleine ondernemers is eveneens een breed gedeelde wens.
Het onderzoek van Nextens en PanelWizard Direct werd begin september 2025 uitgevoerd onder 926 ondernemers en financieel managers. Van de respondenten werkt achttien procent bij bedrijven met maximaal tien medewerkers en 24 procent bij organisaties met meer dan duizend medewerkers. Het beeld is duidelijk: er zijn accentverschillen tussen partijen, maar de overeenkomsten overheersen.