Veilig werken met chroom-6

De taboesfeer rond chroom-6 is erg overtrokken, vindt de brancheorganisatie voor oppervlaktebehandelend Nederland. Alles valt en staat met veilig werken en gebruiken van het materiaal. ‘En als je geen gevaarlijke stoffen hoeft te gebruiken moet je dat vooral niet doen’, is de stelregel van de Vereniging Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland (ION) in Nieuwegein.

‘Als er een bewezen en goed betaalbaar alternatief is, gebruik dat dan. Maar chroom-6 verbieden lost niets op. Ja, het is gevaarlijk, maar er zijn allang werkwijzen om er veilig mee te produceren. De producten die ermee gemaakt zijn bevatten geen chroom-6 meer en zijn niet gevaarlijk. Kijk naar een chromen kraan. Iedereen poetst dagelijks zijn tanden, neemt een slok water en houdt daar bij contact met de kraan echt niets aan over. Chroom-6 is dan omgezet naar het niet gevaarlijke metallisch chroom.

 

Maakindustrie werkt veilig

Chroom-6 is gevaarlijk, maar niet binnen een productiebedrijf waar specialisten er veilig mee werken. ‘Met de juiste veiligheidsmaatregelen hoeft het echt niet gevaarlijk te zijn’, vertelt Egbert Stremmelaar, directeur Vereniging ION. ‘Daar ontbrak het in het verleden aan, naar ik aanneem ook bij Defensie. Was er afzuiging en werden handschoenen en stofbescherming zoals maskers en dergelijke correct gebruikt, dan was er nu niets aan de hand geweest.’  

 

Chroom-6 komt voornamelijk vrij bij het spuiten met chroomhoudende verf of door het geverfde oppervlak te schuren, slijpen, zagen of verhitten. ‘Inmiddels zijn er voor chroomhoudende verven goede alternatieven en wordt het in de praktijk niet of nauwelijks meer gebruikt’, vertelt Stremmelaar. ‘Je komt het nog bij oude verflagen tegen uit de jaren negentig en bij Defensie, die het nog wat langer heeft gebruikt. Zolang je het niet bewerkt, is daar niets mis mee. Het zit immers ingesloten in de verf’, vindt hij. 

 

Niet verboden

‘Overigens is het een misvatting dat chroom-6-houdende verf verboden is. Wel zijn er hele strikte regels waarbinnen het gebruik mag worden. Halverwege de jaren negentig werd de etikettering veranderd, er kwam een doodskop op de verpakking. De markt ging er vanaf dat moment anders mee om. Er zullen de komende tijd nog wel wat objecten voor onderhoud worden aangeboden. Deze komen voor onderzoek naar chroom-6 in aanmerking. Er kan ook chroom-6-houdende verf zitten op andere objecten dan defensiematerieel en treinen’, zegt Stremmelaar. ‘Zoals infrastructurele werken en in gebouwen. In geval van twijfel zal er dus eerste getest moeten worden op aanwezigheid van chroom-6.’ Daar zijn tegenwoordig uitstekende meetsystemen voor, en er zijn goede mogelijkheden om de verf veilig te verwijderen.

 

Risico’s

Chroom-6 binnenkrijgen bij het bewerken ervan kan via ademen, huidcontact en inslikken. Nadat chroom-6-verbindingen zijn opgelost in water, worden zij snel omgezet in chroom-3-verbindingen, die niet schadelijk zijn. Dat gebeurt ook in het lichaam. Als een deeltje weet door te dringen tot in een cel en daar wordt omgezet, ontstaat er gevaar voor de gezondheid. Het kan de basis zijn voor kanker of auto-immuunziektes. Door de juiste wijze van bewerken en/of het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen komt het niet zo ver. Gebruik je die niet, dan loop je volgens onderzoek verhoogd risico op longkanker, neus- en neusbijholtekanker, astma, maagkanker en chronische longaandoeningen.

 

‘Om aan te tonen dat simpel verbieden of korte autorisatieperiodes toestaan, zoals nu het geval lijkt te worden – niet kan, hebben Vereniging ION, FME en Koninklijke Metaalunie aan onderzoeksbureau Panteia gevraagd onderzoek te doen naar de economische gevolgen van een totaal verbod of korte autorisatieperiode van chroom-6′, zegt Stremmelaar. ‘Uit het rapport blijkt dat een verbod in Europa maar liefst 300.000 arbeidsplaatsen kost, waarvan 10.000 in Nederland.’

 

Bij de steeds in het nieuws komende chroom-6 van Defensie is het probleem dat zij verplicht zijn met gecertificeerde verven te werken. Voor vliegveiligheid, zoals zij zelf zeggen. ‘Een verf voor een F16 moet onderzocht worden door hem circa 2000 vlieguren te testen. Dat doet een vliegtuigfabrikant voor een veertig jaar oud toestel niet meer. Daarnaast zitten er oude grondverflagen op het vliegtuig waar de chroom-6 nog in zit. Die krijg je nooit meer volledig weg. Eigenlijk is het defensiemateriaal bijna niet meer chroom-6-vrij te maken. Er blijven altijd restjes achter op het vliegtuig. Chroom-6-primer is de best beschermende verf tegen roestvorming, vandaar dat deze altijd werd toegepast. De verwachting is dat Defensie pas met de Joint Strike Fighter (JSF) van de verf af is’, zegt Stremmelaar.  

 

Unieke eigenschappen

Chroom-6 is een stof met een aantal hele goede, unieke eigenschappen. Het is corrosiewerend, heeft een goede hechting. Daarnaast is de slijtvastheid en hittebestendigheid groot. In chemische processen wordt chroom-6 gebruikt als intermediair. Zodra je een product uit het bad haalt is het chroom-6 omgezet in metallisch chroom of chroom-3. In het eindproduct zit geen chroom-6 meer. 

Bedrijven zijn al jaren bezig met onderzoek naar het vervangen van chroom-6. Bijvoorbeeld in de conversielagen tijdens de voorbehandeling van aluminium. Dat is met vallen en opstaan gelukt. ‘Intussen kunnen we statistisch aantonen dat chroom-6-vrije voorbehandelingen van aluminium voor gebouwen minimaal net zo goed zijn als de chroom-6-houdende voorbehandelingen. Wel is de substraat en procestolerantie veel kleiner, dus de applicateur moet wel een vakman zijn. Er is berekend dat er alleen al in Nederland zo’n 50 miljoen euro in onderzoek is geïnvesteerd door de industrie.’

Autorisatie overheid

Omdat chroom-6 een kankerverwekkende stof is, moeten bedrijven die de stof gebruiken autorisatie krijgen van de Europese Commissie op basis van de REACH-regelgeving (Registratie, Evaluatie, Autorisatie en restrictie van Chemische stoffen). ‘Door het belang van chroom-6 voor de industrie en het feit dat er voor veel toepassingen geen alternatieve oplossingen zijn, is het belangrijk dat er een autorisatie wordt gegeven met een lange looptijd’, zegt Stremmelaar. ‘De anders ontstane voortdurende onzekerheid voor bedrijven leidt dan tot minder investeringen, omzetverlies en uiteindelijk verplaatsing van bedrijfsactiviteiten naar landen buiten Europa.’

Naar verwachting neemt de Europese Commissie in december 2018, deze maand dus nog, een besluit over de chroom-6-autorisatie. ‘De Commissie is nu bezig om het probleem generiek aan te vliegen, maar hierdoor worden bedrijven die onderzoek hebben gedaan niet beloond’, vindt Stremmelaar. ‘Het is dan maar de vraag of het bedrijfsleven de volgende keer nogmaals bereid is onderzoek te doen en te investeren, zoals bij nikkel of kobalt, wat de volgende stap kan zijn. Het is dus ons inziens beter om naar de toepassingen te kijken in plaats van naar de processen.’