Nederlandse economie gaat mager jaar tegemoet

Foto van: De redactie
Geschreven door De redactie

De Nederlandse economie groeit in 2023 naar verwachting van ING Research met een magere 0,4 procent. De wereldconjunctuur verzwakt en hoge prijsstijgingen hinderen zowel consumenten als bedrijven. De inflatie lijkt over de piek heen, maar is ook in 2023 hoog. 

Grafiek van bestedingen van 2019 tot en met 2023 (verwachting), verdeeld in consumptie van overheid, export, bbp, consumptie van huishoudens en investeringen. Bron ING research

In de pijplijn zitten nog kostprijsstijgingen van grondstoffen, vervoer, energie en stijgende lonen. Wel drukt het energieprijsplafond in 2023 de inflatie flink. Groei van de consumptie van huishoudens komt in 2023 per saldo nauwelijks van de grond vanwege de aanhoudend hoge prijsstijgingen en zwakkere dynamiek op de woningmarkt. Tegelijkertijd dragen een kleine krimp van de investeringen en zeer matige uitvoergroei bij aan een mager 2023 voor de Nederlandse economie. Bestedingen van de overheid zijn de drijvende kracht achter de bbp-groei.

Aanhoudende prijsdruk

In 2023 groeit de economie naar verwachting van ING Research met 0,4 procent ten opzichte van 2022. Na een kleine krimp van -0,2 procent kwartaal-op-kwartaal in het derde kwartaal van 2022 volgt naar verwachting wederom krimp in het vierde kwartaal en start 2023 nog met een kleine pas op de plaats. De tweede helft van 2023 ziet er wat beter uit.

Ondanks dat de inflatie begin 2023 flink terugvalt als direct gevolg van overheidsbeleid, is de onderliggende prijsdruk nog niet direct verdwenen. Dit beperkt hoeveel consumenten van hun budget kunnen kopen en zet de winstgevendheid van bedrijven onder druk. Minieme groei van de consumptie van huishoudens, een kleine krimp van de investeringen en zeer matige groei van de uitvoer zorgen voor een mager jaar voor de Nederlandse economie. Dit is ook het gevolg van afzwakking van de wereldconjunctuur.

BBP-groei

Reden voor gematigd optimisme over de bbp-groei is het zeer expansieve begrotingsbeleid. Het regeerakkoord levert naar schatting een netto-uitgaven-impuls van 2,2 procent bbp (zo’n 17 miljard euro) die er zonder al die nieuwe plannen in 2023 niet zou zijn. Zo verschuift bij verzwakking van de conjunctuur in de marktsector activiteit en werkgelegenheid naar de (semi-)publieke sector, bijvoorbeeld naar defensie en de gezondheidszorg. Afhankelijk van aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt kunnen meer of minder overheidsplannen worden uitgevoerd.

Boven op de regeerakkoordplannen komt ook nog eens het effect van het zeer omvangrijke koopkrachtpakket. Daarvan is het energieprijsplafond in potentie het grootste onderdeel. De omvang ervan is zeer onzeker omdat de uitgaven sterk afhangen van nog onbekende energieprijzen. Recente schattingen van de regering, bij al wat lagere energieprijzen dan voorheen, gaan uit van circa één procent bbp (circa 10 miljard euro) aan uitgaven aan alleen al het prijsplafond. Veel geld dus. Bestedingen van de overheid, vanuit het coalitieakkoord en het koopkrachtpakket, zijn dus de drijvende kracht achter de bbp-groei. Tegelijkertijd profiteert de open Nederlandse economie van de energiesteunpakketten elders in Europa.

Inflatie ook in 2023 nog hoog

De inflatie lijkt over de piek heen, maar blijft met zo’n 4,4 procent ook in 2023 nog hoog. In de pijplijn zitten nog kostprijsstijgingen vanwege eerdere pieken in internationale inkoopprijzen voor onder andere ruwe grondstoffen, vervoer en energie. Ook gaan hogere loonkostenstijgingen bijdragen aan inflatie. Aan het begin van dat jaar loopt een aantal overheidssteunmaatregelen af, zoals de verlaging op de energiebelasting, wat de energie inflatie omhoogstuwt.

Hoewel veel van de lopende pijpleidinginflatie in 2024 is verdwenen, is in 2024 dus toch weer sprake van hoge inflatie van zo’n vier procent.

Beperkte oploop werkloosheid

Ondanks de magere economische groei zal de werkloosheid naar verwachting van ING Research maar licht oplopen naar ruim vier procent. Vanwege de combinatie van een krappe arbeidsmarkt en het vooruitzicht van een milde recessie die maar kort duurt, is de verwachting dat veel bedrijven proberen personeel vast te houden. Daar komen de vergrijzing, die de vraag naar gezondheidszorg aanjaagt, en ambitieuze regeringsplannen nog bij, waardoor de overheid en semipublieke sector enig tegenwicht zullen bieden tegen teruggang van de werkgelegenheid in de marktsector.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *