Metaalunie districtsvoorzitter Oost Paul Braakhuis: ‘Nu niet doemdenken’

Foto van: Rolf Elling
Geplaatst door Rolf Elling

Rond de honderd genodigden waren aanwezig op de jaarvergadering van de Koninklijke Metaalunie, district Oost. Als locatie had regiosecretaris Dick Laan gekozen voor de Grolsch Veste. Niet alleen om de fraaie locatie, ook omdat als gastspreker ex-topvoetballer Jan van Halst was uitgenodigd.

In zijn boeiende relaas ging Van Halst in op de parallellen tussen de voetbalkleedkamer en het industriële mkb. Voorafgaand aan dit betoog vond de districtsvergadering plaats.

 

Alle kanten op

In zijn openingswoord blikte districtsvoorzitter Paul Braakhuis terug op het afgelopen ‘maakjaar’ en kwam hij tot de slotsom dat het vertrouwen dat hij vorig jaar uitsprak over het naar boven krabbelen van de economie in werkelijkheid toch behoorlijk tegenviel. ‘Kijken we nu naar de maakindustrie dan lijkt het wel of het alle kanten op kan gaan.’ Braakhuis ziet overigens wel lichtpuntjes, vooral bij onze oosterburen. ‘De cijfers laten zien dat Duitsland in een opmerkelijk economisch herstel zit. De economische groei is in het tweede kwartaal binnen de metaalindustrie becijferd op 2,2 procent, de sterkste stijging sinds de Duitse hereniging. Het spreekwoord ‘een goede buur is beter dan een verre vriend’ kwam hierbij in me op.’

 

Duitse klanten bezoeken

‘Een sterke Duitse industrie draagt bij aan het verdere herstel van de Nederlandse metaalindustrie. Ook wij, zoals we hier bij elkaar zitten, kunnen hier van profiteren. Voorwaarde is wel dat we actief de Duitse markt op gaan en de Duitse klanten bezoeken en gaan beleveren. Ik wil dan ook iedereen oproepen om met zijn Duitse brochures de grens over te trekken. Uit onderzoeken van het ministerie van Economische Zaken en van de Kamer van Koophandel is gebleken dat bedrijven die exporteren succesvoller zijn en minder conjunctuurgevoelig’, aldus Braakhuis.

 

Loonmatiging

Hij vervolgt: ‘Het herstel in de Duitse metaalindustrie is overigens dusdanig sterk dat IG Metall afgelopen week gepleit heeft voor een loonsverhoging van 6 procent voor de komende jaren, terwijl de lonen daar begin 2010 nog met 2,4 procent zijn gestegen. Ook in Nederland begint de FNV zijn eisen al weer te stellen. Laten wij proberen door de lonen te matigen een verdere verbetering van de concurrentiepositie te bereiken. Hoe we in plaats van loon iets anders interessants kunnen bieden, zullen we in de komende maanden nog nader bespreken middels een bijeenkomst. Aan de andere kant zien we nog steeds een uiterst broze economie in Amerika. Hier kelderen de huizenprijzen en de huizenverkoop de laatste maand met 27 procent. De overheid is gestopt met de ondersteuning voor het kopen van woningen. Ook daalt de werkeloosheid maar niet en groeit de schuldenlast.’

Maar hoe staat de Nederlandse metaalindustrie er nu voor? ‘De algemene tendens, tijdens mijn rondgang langs vele bedrijven tijdens TIV, is dat bedrijven in zijn algemeenheid meer werkaanbod hebben, maar dat de prijzen nog onder druk staan en de levertijden nog steeds erg kort zijn. Ook zien bedrijven dit als een momentopname en dat het ieder moment weer kan veranderen. Dit herstel wordt getypeerd als uitermate labiel.’

Naast zijn eigen provisorische enquête stipte Braakhuis vervolgens enkele gegevens aan van de Economische Barometer van de Metaalunie. ‘In de afgelopen periode, april tot juni 2010, zien we dat de stemming onder de ondernemers richting het positieve ging. Maar dit schommelt in de eerste helft van 2010 op en neer van positiever naar weer negatiever en dan toch weer positiever. De exporterende bedrijven zijn licht positiever dan bedrijven die zich alleen op de binnenlandse markt begeven. Van deze laatste groep verwacht 22 procent dat het derde kwartaal minder wordt, terwijl dit percentage bij de exporterende bedrijven op 16 procent ligt.’

Binnen de arbeidsmarkt is er een doorzettende daling van het aantal ondernemers dat een verdere vermindering van het aantal medewerkers verwacht en sinds maart 2010 een lichte stijging van het aantal ondernemers dat denkt weer meer mensen nodig te hebben. Tot en met einde tweede kwartaal neemt, in absolute zin, het aantal medewerkers verder af. Hierbij heeft 6 procent van de bedrijven gedwongen moeten ontslaan.

De bedrijfsresultaten over het tweede kwartaal verbeterden licht. 44 procent maakte winst, 32 procent draaide quitte en 25 procent leed verlies. Ondernemers verwachten echter een verslechtering in de derde periode van dit jaar. Dit alles vertaalt zich ook in de investeringsbereidheid. Slechts 8 procent (dit was 12 procent) geeft aan meer te gaan investeren dan ze heeft gedaan in de eerste helft van 2010.

 

Extern krediet

Een bijzonder aandachtspunt is verder dat één op de zes ondernemers in de eerste helft van 2010 extra extern krediet heeft aangevraagd en nog eens 14 procent van de ondernemers dit in de tweede helft van 2010 denkt te moeten gaan doen. Het geeft duidelijk aan dat er een kaalslag in de branche heeft plaatsgevonden en een spoedig herstel uitermate gewenst is om te overleven.

‘Maar’, aldus Braakhuis, ‘laten we niet te veel doemdenken. Diverse sectoren waaraan we leveren, kruipen weer uit het dal. De automotive is er hier één van. De semiconductorindustrie is een tweede goede voorbeeld. De machinebouwers voor de solarpanelen-industrie bloeien gewoon door. Daar staat tegenover dat de bouw nog aan het afglijden is. Het is dus ook erg afhankelijk aan welke sectoren we leveren.’

 

Beter maken

Jan van Halst maakte vervolgens in zijn boeiende betoog vele parallellen met de sport en het bedrijfsleven. Enkele highlights: ‘Ik was eigenlijk helemaal niet zo’n supergoede speler. Alleen kom je weleens mensen tegen die je beter maken. In mijn geval betrof dit Willem van Hanegem die mij attendeerde op een bepaalde manier van spelen.’ Van Halst, naast manager algemene zaken bij FC Twente ook columnist en voetbalanalist, doelde er hiermee op dat managers altijd moeten proberen om het beste uit de medewerkers te halen. ‘Als een medewerker minder voldoet, kijk dan eens naar andere vaardigheden die hij wel bezit en ontwikkel deze samen. En vooral: communiceer hierover met de medewerkers. Dit geldt voor trainers die hun elftal beter willen laten spelen om prijzen te pakken, maar hetzelfde geldt natuurlijk voor de mkb-ondernemer die een goed rendement wil halen.’ Van Halst stelde voor dat gebruik kan worden gemaakt van een persoonlijk ontwerpplan met hierin opgenomen de doelstellingen. Bij voetbal staat het kapitaal in het veld, net als in de industrie op de kantoren en aan de machines. ‘Een goed teamgevoel is een belangrijke succesfactor. Als manager kun je dit beïnvloeden door openheid te geven, helder te zijn in de aansturing en pro-actief te coachen.’

Jan van Halst tijdens zijn inspirerende betoog.