Kabinetsplannen techniekonderwijs zijn stap in goede richting

Na veel aandringen van Koninklijke Metaalunie wordt de Subsidieregeling Praktijkleren (SPL) verlengd met een jaar. ‘Dit is een begin, maar het is niet de manier om werkgevers te blijven stimuleren om praktijk- en leerplaatsen aan te bieden’, vindt Jos Kleiboer, directeur Beleid Metaalunie.

‘De SPL is belangrijk voor ondernemers en maakt het mogelijk dat leerlingen, studenten of werknemers die een (beroeps)opleiding volgen, zich beter voorbereiden op de arbeidsmarkt, waardoor ondernemers kunnen beschikken over goed opgeleid personeel. Mbo-opleidingstrajecten, ook in de bbl, beslaan minstens 2 en meestal 3 jaar. Niet alleen werkgevers worden hier de dupe van, maar vooral de 130.000 bbl-studenten die jaarlijks instromen, waarvan 30.000 in de techniek.’

Volgens Metaalunie zet het kabinet met de op Prinsjesdag gepresenteerde kabinetsplannen stappen in de goede richting om de kwaliteit van het technisch onderwijs te verbeteren en om de instroom te vergroten. Zo is het kabinet voornemens om de begeleiding van studenten en loopbaanoriëntatie te intensiveren door een substantiële financiële impuls, van € 1,2 miljoen in 2022 naar € 34 miljoen per jaar. Een vergelijkbaar bedrag komt er vrij voor doorstroom in de beroepskolom. Kleiboer: ‘Metaalunie is blij met deze intensivering, mits de kansen op de arbeidsmarkt voor nu en in de toekomst leidend zijn. Dit geldt in het bijzonder voor technische opleidingen. Metaalunie pleit voor een nauwe samenwerking met technische branches om de loopbaanoriëntatie ook op punt van banen met toekomst, écht inhoud te geven, startend vanaf primair onderwijs (PO) en voortgezet onderwijs (VO). De financiële impuls voor loopbaanoriëntatie subsidies gaat naar de mbo-instellingen, maar begin vooral in het vmbo. In het mbo hébben jongeren immers al gekozen.’

Meer en minder

Positief is ook dat het kabinet bbl-trajecten voor zij-instromers (derde leerweg) naar kraptesectoren een extra impuls geeft. Hierdoor krijgen ondernemers ook een vergoeding voor het realiseren van een praktijkleerbaan. ‘Maar die ondersteuning is alleen voor het eerste jaar van de opleiding. Metaalunie pleit voor ondersteuning voor de duur van de opleiding. Daarmee krijgen ondernemers de benodigde ondersteuning’, zegt Kleiboer. Het mbo is voor de mkb-maakindustrie volgens hem een belangrijke onderwijsvorm. ‘Het is dus een goede zaak dat het kabinet daar jaarlijks € 350 miljoen extra voor uittrekt’, vindt hij. ‘De bbl wordt daarentegen sterk uitgekleed in de onderwijsbegroting. Met ingang van het huidige school jaar wordt het budget met € 70 miljoen verlaagd tot € 240 miljoen. Voor de jaren daarna is nog geen definitieve beslissing genomen, maar in het meerjarenoverzicht zet de daling door met nog eens een kwart ten opzichte van het afgelopen studiejaar 2021-22. Dat is bedreigend voor de instroom in de komende jaren in de technische sectoren.’ 

‘In 2023 zal naar verwachting nog maar maximaal € 2.300 per leerplaats beschikbaar zijn voor leerbedrijven die een bbl-student begeleiden, terwijl een leerbedrijf de afgelopen jaren nog de maximale € 2.700 per leerplaats ontving. Voor de jaren er na loopt het bedrag per leerling nog verder terug of kan zelfs helemaal op 0 komen als de SPL niet wordt voortgezet. Ter illustratie: de kosten van een ondernemer voor het begeleiden van een bbl’er zijn ongeveer € 12.000 per jaar aan schoolkosten, materialen, uren en praktijkopleiders’, zegt Kleiboer. 

Technieklessen

De extra financiële middelen voor technieklessen in PO en VO vindt hij een goede zaak. ‘Aantrekkelijkheid van onze sectoren en het kennismaken met techniek begint immers op het PO en VO. Het is wel van belang om voor het PO en VO ook extra geld voor praktijkfaciliteiten te reserveren, zodat er een grotere zichtbaarheid is van techniek en docenten goede spullen hebben.’

Professionalisering

Onderwijs heeft een moderniseringsslag nodig. ‘Daarom zijn de 16 uur extra betaalde uren voor professionaliseringsruimte van docenten én de extra ruimte voor leerlingbegeleiding goed. De professionaliseringsruimte is hard nodig om docenten zich verder te laten ontwikkelen in de sectoren waarvoor ze onderwijs geven, zoals de techniek’, aldus Kleiboer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *