Column Edse Dantuma: Economie en industrie in 2023: lichte bewolking, met opklaringen

Het nieuwe jaar bracht tot nu toe een aantal opstekers voor de wereldeconomie. Dat de Europese economie tot nu toe een recessie heeft kunnen voorkomen, is een welkome opluchting. Hetzelfde geldt voor de Amerikaanse economie, waar het remmende effect van hogere rentes langer duurt dan verwacht. Samen met de heropening van China staat de wereldeconomie er duidelijk beter voor dan een paar maanden geleden werd gevreesd.

Column Edse Dantuma: 'Hoge energieprijzen: geen wondermiddel voorhanden'

Samen met een golf van positieve sentimentsindicatoren uit Europa hebben deze ontwikkelingen tot een brede opwaartse bijstelling van groeiprognoses gezorgd. Net als Europa is Nederland in het vierde kwartaal van 2022 aan een recessie ontsnapt. Onze economische groei steekt met 0,6 procent zelfs zeer positief af tegen de minieme groei in de eurozone (+0,1%). De ergste scenario’s zijn uitgebleven dankzij: 1. langer dan verwachte heropeningseffecten van de pandemie; 2. buitengewoon warm weer met een matigend effect op verbruik en prijzen van energie; en 3. extra overheidssteun. Naast de export was het vooral de consument die, geholpen door overheidscompensaties voor energiekosten, de Nederlandse economie weer aan het groeien heeft gekregen. De groei kwam met 4,5 procent zelfs bijna net zo hoog uit als de 4,9 procent van hersteljaar 2021.

Ook de industrie hield zich in het vierde kwartaal ondanks de ‘perfecte storm’ gemiddeld genomen goed. Terwijl de productievolumes met bijna 1 procent daalden en het gasverbruik substantieel afnam, lag de toegevoegde waarde een half procent hoger dan in het voorgaande kwartaal. Dit suggereert dat de winstmarges in de sector verbeteren. Het sectorale gemiddelde verhult echter ook dat industriële deelsectoren zich heel verschillend ontwikkelen: terwijl de productie met meer dan 4 procent steeg op kwartaalbasis in bijvoorbeeld farma en elektrische apparaten, kromp deze met 9 procent in de basismetaal en met bijna 7 procent in de chemie.

Ook voor de industrie zijn de vooruitzichten inmiddels wat verbeterd. De energieprijzen blijven daarbij dé grote onzekerheid voor dit jaar. De inkoopprijzen van energie, materialen en onderdelen bevinden zich op een hoog niveau en voor veel producenten is de prijsgroei door vertraagde doorwerking in nieuwe inkoop- energiecontracten wel afgenomen, maar nog niet ten einde.  Tegelijkertijd wordt het door de afgezwakte vraag steeds lastiger om de hogere prijzen aan klanten door te berekenen.

Als het weer mild blijft, gaat Europa de winter uit met gasvoorraden die voor meer dan 50 procent gevuld zijn. Dat is ruim boven het vijfjaarlijkse gemiddelde van 34 procent, wat het makkelijker maakt om de opslag weer bij te vullen tot 90 procent op 1 november. Wel zal de gasprijs vermoedelijk historisch hoog blijven. Bij lagere energieprijzen neemt de nu nog onderdrukte vraag weer toe en ook het grootschalig ingevoerde LNG is duurder dan pijplijngas, waardoor opwaartse prijsdruk aanwezig blijft. Een verdere afname van Russische gasleveringen en een sterker dan verwachte Chinese LNG-import zijn bovendien niet ondenkbaar. Daarnaast drukken een mindere vraag, aanhoudend hoge prijzen en hoge verkoopvoorraden de industriële productie voorlopig nog. Het meest waarschijnlijke scenario is daarom: eerst nog beperkte krimp met grote verschillen tussen industrietakken, gevolgd door hernieuwde, maar gematigde groei in de tweede jaarhelft. Toch heeft het afgelopen jaar laten zien wat de flexibiliteit van de sector vermag en kan hogere groei daarom niet worden uitgesloten.

Edse Dantuma

Sectoreconoom Industrie, ING Research

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *