Transportprobleem oplossen met eeuwenoude techniek

‘Emissieloos transport is mogelijk’. Dit stelt voormalig ondernemer en autodidact Aad van den Ende. Van den Ende, opgegroeid in het gelijknamige metaalconstructiebedrijf van zijn vader, bedacht het principe van het Stevelduct. ‘Een nauwsluitend aquaduct dat zowel boven- als ondergronds kan worden aangelegd en waarbij de kracht van de waterstroom wordt gebruikt voor het transport van onbemande en ongemotoriseerde pontons met vrachtcontainers.’

Stevelen is een eeuwenoude techniek die in het verleden werd gebruikt om met een schip zonder zeilen of andere eigen aandrijving een stromende rivier af te varen door simpelweg gebruik te maken van de zwaartekracht. ‘Je kunt zo’n stromende rivier zien als een hellend vlak’, legt Van den Ende uit. ‘Een schip kan, door haar massa, nog meer snelheid ontwikkelen dan het water. Een goede schipper kan door slim te sturen zelfs een snelheid bereiken van tweemaal de stroomsnelheid. Het is een slimme en goedkope vorm van transport.’

 

Verboden

Naarmate het scheepvaartverkeer toenam, werd er minder gesteveld en op den duur is de techniek zelfs verboden. Letterlijk staat in de wet dat het verboden is ‘zich laten drijven’. Van den Ende ziet echter goede mogelijkheden voor herinvoering van de techniek. Dit keer niet door gebruik te maken van rivieren maar door het aanleggen van een geheel nieuwe infrastructuur van gesloten aquaducten van containerterminals naar industriegebieden of andere overslagpunten.

 

Railsysteem

In de aquaducten worden de pontons geleid over een railsysteem dat aan de bovenzijde van het aquaduct is geplaatst. ‘Je kunt het vergelijken met een omgekeerde treinrail’, stelt Van den Ende. ‘Die rail zorgt ervoor dat de pontons de ideale route afleggen en niet tegen de wanden van het aquaduct botsen. Het ondersteboven rijdende vaartuig is het enige type voertuig ter wereld waarbij de rolweerstand omgekeerd evenredig is met de mate van belasting. Dat wil zeggen dat de energie-efficiency het grootst is bij een maximale belading. De snelheid wordt uitsluitend bepaald door de zwaartekracht van het Stevelduct en de weerstand van de wielen.’

 

Capaciteit

Groot voordeel van het Stevelduct is het feit dat het 24 uur per dag, 7 dagen per week onbemand kan functioneren en dat nauwelijks enige energie nodig is. ‘Het is echt een continue stroom van emissieloos transport. En dat transport zelf vergt geen enkele energie. Alleen bij het pompen en overslaan is energie nodig. De transportcapaciteit is vrijwel onbegrensd. Vanaf het startpunt kan iedere 30 seconden een ponton in het Stevelduct worden gelanceerd. Per etmaal zijn er dan 2.880 containers op transport en afgezien van handelingen in volgende overslagstations is er geen enkel oponthoud. Elke dag kan er zo een hele scheepslading in het achterland worden afgeleverd en vice versa. Dat komt neer op circa 200.000 ton handelswaar per dag. Op jaarbasis is dat 73 miljoen ton. Geen enkel ander systeem heeft een vergelijkbare capaciteit.”

 

Kosten

Groot nadeel van het transportsysteem is de vereiste investering. ‘De hele infrastructuur moet nog worden aangelegd’, vertelt Van den Ende. ‘De stations, de onder- dan wel bovengrondse aquaducten die van het ene naar het andere station voeren, dat allemaal kost zonder overdrijving miljarden euro’s. Maar het kost ook miljarden om een complete autosnelweg of een grote treinverbinding aan te leggen. Een Stevelduct verdient zich echter terug. Stel bijvoorbeeld dat het transport van een container 200 euro kost. Per dag gaan er 2.880 containers via een route maal 200 euro. Dat is 576.000 euro en dat dan maal 365 dagen per jaar.’

 

Knelpunten

Op dit moment is het Stevelduct nog slechts een concept. ‘Ik heb het idee ontwikkeld. Kenners op het gebied van logistiek en transport zijn van mening dat het een interessant idee is. Nu is de tijd gekomen om het idee op haalbaarheid te onderzoeken en mogelijke knelpunten te ondervangen.’ Een van die knelpunten betreft de gevolgen van vorst voor het aquaduct. Van den Ende zelf oppert het gebruik van restwarmte van de industrie. ‘Dan kan het Stevelduct werken als koelinstallatie.’ Een aantal organisaties en overheden is inmiddels bekend met het idee. ‘TU Delft zou het graag verder onderzoeken, de provincie Zuid-Holland heeft er naar gekeken en in de Tweede Kamer heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu besloten dat de Kamerleden de brief kunnen betrekken bij het algemeen overleg binnenvaart dat op 19 januari plaatsvindt.’