De Europese staalmarkt verkeert in zwaar weer door aanhoudende economische zwakte, politieke spanningen en een onduidelijke internationale handelssituatie. De vraag naar staal blijft laag, mede door onzekerheden rond de auto-industrie, het conflict tussen Oekraïne en Rusland, het onvoorspelbare Amerikaanse handelsbeleid en wereldwijde overcapaciteit. Staalafnemers stellen aankopen uit, distributeurs kampen met hoge voorraden en producenten met te lege orderboeken, zo stelt Noviostaal in het Staaljournaal van juni.

De sterke koersdaling van de dollar maakt import goedkoper, wat de Europese markt verder onder druk zet.
Ondanks productiebeperkingen en herstructureringen bij Europese staalfabrieken, neemt de druk op deze producenten toe. De industriële productie en export uit de Eurozone daalden recent, met name richting de VS, waar ook invoerheffingen van 25 procent op staal en andere producten van kracht zijn. Dit leidt tot minder vraag en afbouw van werkgelegenheid, onder andere in de Duitse landbouwmachine-industrie. Tegelijk speelt het seizoenseffect van de zomervakanties een rol in de afnemende vraag.
Internationale spanningen, zoals het conflict tussen Israël en Iran, kunnen de grondstof- en transportkosten verhogen, zeker nu alternatieve, duurdere vaarroutes zoals rond Kaap de Goede Hoop in gebruik raken. Dit kan de Aziatische staalexport naar Europa beperken, wat de positie van EU-producenten enigszins kan versterken. Het is niet uitgesloten dat dit op termijn tot prijsbewegingen leidt, maar gezien de vele onzekerheden blijft het verloop van de markt moeilijk te voorspellen.
Onzekerheid neemt toe
De voortdurende zwakke ontwikkeling van de Europese economie heeft de behoefte aan staal behoorlijk onder druk gezet. Wat gebeurt er met de auto-industrie, hoe zal het Oekraïens-Russische conflict gaan aflopen, wat zijn de gevolgen van het onnavolgbare beleid omtrent importheffingen of handelstarieven door de Amerikaanse president, hoe zal het handelsconflict tussen de VS en Europa gaan aflopen, hoe wordt omgegaan met de wereldwijde overcapaciteit bij de staalproductie en wat wordt het lange termijnbeleid van de EU ten aanzien van de goedkope staalimporten? Al de hiervoor genoemde kwesties hebben ertoe geleid, dat staalafnemers zeer voorzichtig manoeuvreren bij het aangaan van nieuwe inkoopcontracten.
Voorraden bij de staaldistributeurs zijn hoog, wat gevolgen kan hebben voor de eigen financiële liquiditeit en bovendien is de onderlinge concurrentie scherp wat vervolgens ook marges onder druk zet. De orderportefeuilles bij de producenten binnen de EU waren al redelijk dun, maar dreigen door de terughoudende opstelling van afnemers nog dunner te worden. Deels is dat laatste overigens ook het gevolg van de zeer wispelturige koersverhouding van de euro met de US dollar, waarbij de Amerikaanse munt momenteel het laagste niveau sinds vier jaar heeft en als gevolg daarvan importen steeds goedkoper, dus aantrekkelijker zijn geworden.
Overcapaciteit
Tegelijkertijd blijft ook de kwestie van de bestaande globale overcapaciteit bij de staalproductie boven de markt hangen. Een Australisch economisch bureau (AOCE) heeft berekend dat die overcapaciteit ruim 600 miljoen ton bedraagt en stelt tegelijkertijd vast dat er desondanks toch weer nieuwe
productiefaciliteiten, vooral in Azië en het Midden-Oosten, gebouwd worden. Dat betekent dat van die kant de druk op de markt voorlopig niet zal afnemen.
Europese staalfabrieken werken al langer aan productiebeperkingen om de tegenvallende vraag op te vangen, maar ook aan saneringen in hun organisaties. Zo maakte ArcelorMittal bijvoorbeeld onlangs bekend een distributievestiging in Noord-Spanje te gaan sluiten, waardoor ook personeel zal gaan afvloeien. Maar ook in de verwerkende industrie wordt de economische malaise steeds meer gevoeld. De industriële productie in de Eurozone daalde in april met 2,4 procent ten opzichte van maart.
Export
Op jaarbasis daalde de EU-export in april met 1,4 procent en het handelsoverschot vergeleken met dezelfde maand vorig jaar zakte met 4,7 miljard naar 9,9 miljard euro. De uitvoer naar de VS daalde in april ten opzichte van maart van 71,1 miljard naar 47,6 miljard euro. Die daling van de productie is het gevolg van een afnemende vraag en dat heeft bijvoorbeeld een aantal Duitse producenten van landbouwmachines recentelijk doen besluiten het aantal arbeidsplaatsen af te bouwen. Daarbovenop komt nog dat de staaluitvoer vanuit de EU naar de Verenigde Staten met 25 procent importheffing te maken krijgt, wat ongetwijfeld het exportvolume zal gaan beperken. Onlangs heeft de regering Trump nog besloten bepaalde witgoedartikelen, zoals wasmachines, ook een invoerheffing op te leggen. Dat betekent voor de Europese fabrieken van deze artikelen een forse tegenslag.
Per saldo zal er dus minder behoefte aan staal gaan ontstaan en zoals gemeld is dat in de Bondsrepubliek al te merken, want daar daalde de ruwstaalproductie in de eerste vier maanden van 2025 met twaalf procent vergeleken met diezelfde periode in 2024. Bovendien neemt traditioneel in deze tijd van het jaar de behoefte aan staal af vanwege de naderende vakantieperiodes.
Kortom, het is redelijk kommer en kwel in de staalmarkt is en daarnaast is het vooruitzicht op korte termijn dus niet al te positief te noemen, aldus Noviostaal. Desondanks kan er aan het prijzenfront toch wel het nodige gaan gebeuren. Nog steeds zijn fabrieken naarstig aan het zoeken naar opdrachten om hun lijnen te vullen en zijn daarvoor bereid prijsconcessies te doen. Maar blijft dat ook zo?
Stijgende kosten
Vanwege het militaire conflict tussen Israël en Iran wordt verwacht dat productiekosten zullen gaan toenemen als gevolg van hogere grondstofprijzen. Olie is inmiddels al fors duurder geworden, waardoor transportkosten dus gaan stijgen. Buiten dat gaat veel scheepsvervoer door het Suezkanaal en het is alleszins redelijk aan te nemen, dat het vervoer de komende tijd veel hinder zal krijgen van de militaire conflicten in het Midden- Oosten.
Verschillende Aziatische exporteurs verleggen inmiddels daarom hun transportroute naar Europa via Kaap de Goede Hoop, maar dat betekent dan wel weer hogere vrachtkosten en langere levertijden. Daar zal ook de staalexport vanuit Aziatische landen naar Europa ongetwijfeld last van gaan krijgen. Mogelijk zal als gevolg van deze problemen de totale staalexport vanuit het Verre Oosten naar Europa gaan afnemen, waardoor de EU-producenten in een wat meer comfortabele handelspositie zullen komen, want minder concurrentie van geïmporteerd staal. En dan zou zo maar het bekende verhaal weer kunnen gaan opduiken: de fabrieken zullen melden dat als gevolg van hogere energiekosten en een toegenomen vraag uit de thuismarkt als gevolg van die lagere importvolumes zij de mogelijkheid hebben of de noodzaak zien prijzen te gaan verhogen.
Het is allemaal speculatief wat Noviostaal schrijft, maar het kan leiden tot een toenemende onzekerheid in de markt.
Op basis van dat laatste is het moeilijk in te schatten welke richting de staalprijzen zich zullen ontwikkelen. Vooralsnog verwacht Noviostaal de komende tijd geen verdere daling, dus eerder stabilisatie, maar de globale economische c.q. politieke ontwikkelingen volgen elkaar snel op en zouden dan voor vervelende verrassingen kunnen zorgen.
ArcelorMittal
ArcelorMittal blijft inzetten op de decarbonisatie van zijn Franse activiteiten en werkt hiervoor nauw samen met de overheid. Vanwege de huidige marktomstandigheden zijn de Europese klimaatplannen tijdelijk uitgesteld, al biedt het Actieplan van de EC hoop op betere handelsbescherming. De staalgigant gaat circa 1,2 miljard euro investeren in een elektrische hoogoven (EAF) in Duinkerke en samen met andere investeringen in Fos-Su- Mer en een nieuwe productielijn in Mardyck komt het totale investeringsbedrag op twee miljard euro.
De Poolse regering is in gesprek met ArcelorMittal over het verstrekken van één miljard Poolse złoty (268 miljoen dollar) voor de modernisering van een hoogoven in de Dabrowa Gornicza-fabriek. Deze fabriek, de belangrijkste van ArcelorMittal Poland, zal gefaseerd overstappen van hoogoven- naar EAF-staalproductie.
Acciaierie d’Italia
De onderhandelingen over de verkoop van staalproducent Acciaierie d’Italia (ADI) zijn nog steeds gaande, terwijl de Italiaanse overheid nog eens 200 miljoen euro aan financiële steun heeft toegekend. Tot de mogelijke nieuwe eigenaars van ADI behoren Baku Steel en het Azerbeidzjaanse Business Development Fund, die willen investeren in het herstel en stabilisatie van de fabriek. Na overleg met vakbonden besloot de Italiaanse regering extra steun te verlenen om de activiteiten van ADI te waarborgen tot de eigendomsoverdracht is afgerond. De toekomst van ADI is cruciaal voor de Italiaanse industrie, waardoor de overheid zich genoodzaakt ziet herhaaldelijk in te grijpen. Intussen draait slechts één hoogoven en is het aantal ontslagen in Taranto opgelopen tot een geschat aantal van vierduizend werknemers.
Indicatieve basisprijzen
Indicatieve basisprijzen per ton | Warmgewalste coils | Koudgewalste coils | Sendzimir verz.coils | Kwartoplaat |
April 2025 | € 670 – 700 | € 730 – 760 | € 755 – 770 | € 710 – 730 |
Mei 2025 | € 650 – 685 | € 715 – 735 | € 740 – 765 | € 700 – 720 |
Juni 2025 | € 610 – 630 | € 695 – 715 | € 710 – 730 | € 680 – 700 |
*Bij deze prijzen dienen nog toeslagen voor kwaliteit, dikte/breedte/lengte en eventueel beitsen, evenals vrachtkosten gerekend te worden.
***Genoemde prijzen zijn indicatief, circa en geheel vrijblijvend.