Plaat op Maat optimaliseert de plaatwerkketen voor extra kansen

Extra winst in de plaatbewerking haal je niet meer uit een nog wat snellere laser of een nog groter geautomatiseerd magazijn. In die richting zijn bij de meeste bedrijven de processen vergaand geoptimaliseerd. De kansen liggen nu in het optimaliseren van de totale keten. Vooral door beter met elkaar samen te werken. Want dan kun je bijvoorbeeld met gedeelde snijlijnen werken en slimmer nesten. Plaat op Maat moet hiervoor de eerste aanzetten geven.

‘Uit de huidige manier van werken valt nog maar weinig extra winst te behalen. Bijna iedereen heeft een lasersnijmachine, gekoppeld aan grote magazijnen. Steeds meer bedrijven in de plaatwerkindustrie zijn op elkaar gaan lijken’, zegt Jo van de Put, senior adviseur Ondernemingsondersteuning bij de Kamer van Koophandel. Het wordt daarom tijd het roer om te gooien.

Efficiency verhogen

Plaat op Maat beoogt de efficiency in de plaatwerkketen te verhogen. Met name dan voor de herhaalopdrachten, het leeuwendeel van het werk. De andere manier van werken en denken in plaat begint bij de OEM’ers. Die moeten, denkt Jo van de Put, veel meer modulair en liefst in één materiaalsoort en plaatdikte gaan ontwerpen. Ze moeten in het ontwerpproces nadrukkelijk rekening houden met de latere productiemethode. Constructeurs kiezen nu te gemakkelijk voor vier, vijf of zes verschillende plaatdiktes in één product, zonder zich te realiseren wat de consequenties daarvan in het productieproces zijn. Misschien kan het niet bij elke toepassing, maar hij is ervan overtuigd dat standaardisatie vaak mogelijk is. ‘Een plaat van 12 mm kun je soms ook vervangen door twee keer 6 mm’, geeft hij als voorbeeld.

Betrek toeleverancier

De tweede verandering is dat de OEM’ers de toeleverancier betrekken bij het ontwerpproces. Deze moet meedenken over het efficiënt produceren van de plaatdelen zodat optimaler kan worden genest. Als je alle plaatwerk voor een product uit hetzelfde materiaal en dezelfde dikte snijdt, kun je dat combineren in één nesting. Dat levert in meerdere opzichten winst op. Zo loont het de moeite om bij een éénmalige nesting gedeelde snijlijnen te gebruiken. Dat scheelt snijwerk, reduceert het materiaalverbruik en vermindert het handenwerk bij het uitnemen van de losse onderdelen. De Plaat op Maat gedachte gaat verder uit van een uitgangsplaat die precies om de te snijden delen past, zodat ook hierdoor restmateriaal wordt verminderd.

Jo van de Put: ‘Als je vanaf coil werkt, is dat goedkoper. Zeker als je de plaat op maat knipt, voorkom je restmateriaal dat je weer moet handlen. Sommige bedrijven bouwen speciale magazijnen voor hun restmateriaal. Dat is een oplossing, maar restmateriaal voegt eigenlijk geen waarde toe. Het is effectiever als je het voorkomt.’ Nog een voordeel van deze aanpak is dat de doorlooptijd korter wordt. Werkvoorbereiding wordt niet bij elke repeatorder herhaald. En de loonsnijder snijdt alle bij elkaar horende onderdelen in één keer. Jo van de Put ziet dat men nu vaak orders van meerdere opdrachtgevers combineert voor een betere nesting, met als gevolg dat orders liggen te wachten totdat een plaat volgenest is. ‘Ook voorkom je sorteerfouten en kan de klant sneller over alle materialen beschikken, die immers in één keer uit de plaat worden gesneden.’

Hele keten

De aanpak die de Kamer van Koophandel-adviseur schetst, betekent dat de hele keten betrokken is. Want het knippen van plaat op maat kan gebeuren door nieuw op te richten bedrijven of door de staalservicecentra, die nu weliswaar ook plaat op maat aanbieden, maar met lange levertijden en grote bestelhoeveelheden. Die wil je juist niet. Hij pleit ervoor dat machinebouwers nieuwe knip-installaties ontwikkelen zodat ze snel vanaf coil plaat op maat kunnen knippen. Plaat op maat moet eigenlijk binnen 24 uur kunnen worden uitgeleverd. ‘En geen pallet vol, zoals momenteel nodig is, maar ook enkelstuks’, voegt Jo van de Put hieraan toe. Hij schat in dat 80 procent van het plaatwerk op deze manier gemaakt kan worden. En als de bedrijven dit concept omarmen, levert dat winst op voor de totale keten. Jo van de Put verwacht dat als deze werkwijze opgepakt kan worden, de doorlooptijden gehalveerd kunnen worden, snijkosten zo’n 40 procent afnemen en de materiaalkosten met 30 procent worden teruggebracht.

Ontlasten van werkvoorbereiding

Ambitieuze doelen, dat geeft hij direct toe. ‘Maar realistisch. Ik heb dit besproken met partijen uit de keten en het is haalbaar.’ Alleen al werken met gedeelde snijlijnen kan veel besparing opleveren. Jo van de Put beseft dat het niet gemakkelijk zal zijn bedrijven daartoe over te halen. Je moet er open over durven denken, zegt hij. ‘Je moet problemen op een andere manier gaan benaderen en in de combinatie van zaken een gunstigere oplossing vinden.’ Een van de bottlenecks bij veel plaatwerkbedrijven is de werkvoorbereiding. Door de vele automatisering in de productie, is de hoeveelheid werk die een bedrijf aan kan flink toegenomen en wordt de druk op de wekvoorbereiding groter. Door eenmalig te laten nesten, kan deze druk afnemen. Een ander voordeel voor met name kleinere plaatbewerkers is dat ze hun inkoopcapaciteit kunnen bundelen. Nu krijgen kleinere bedrijven slechtere prijzen dan hun grote concurrenten. ‘Dat kan tientallen procenten verschillen. Bedrijven kunnen samen inkopen en vervolgens eventueel samen besluiten te investeren in een knipmachine om vanaf coil te kunnen werken’, legt Van de Put uit. Ze kunnen zo gezamenlijk de inkoopkracht en condities van de grotere bedrijven krijgen.

Sterkere relatie met klant

Hij gelooft niet dat plaatwerkbedrijven die aan dit model meedoen, hun positie verzwakken. Sterker nog: ze moeten juist veel meer hun kennis over plaat beschikbaar stellen aan de OEM’ers, zodat die op hun beurt de kennis van hun toeleverancier inbrengen in de ontwikkeling van producten. ‘De plaatbewerker kan de noodzakelijke feedback leveren zodat het ontwerp beter aansluit op de technische mogelijkheden en het optimaal snijden van plaatwerk.’ OEM’ers moeten dit wel belonen, vindt hij. Bijvoorbeeld doordat ze de relatie met hun toeleverancier versterken, zodat deze zekerder is van opdrachten op langere termijn. Ook die werkwijze kan verspilling in de keten tegengaan. Nu immers zijn OEM’ers voortdurend op zoek naar de laagste prijs en besteden toeleveranciers veel tijd aan calculeren. ‘In het Plaat op Maat aanpak gaat de inkoper één keer goed shoppen maar maakt dan afspraken met de leverancier voor de lange termijn. De winst hoeft heus niet fifty fifty verdeeld te worden, zolang beide partijen maar tevreden zijn.’

Hele keten profiteert

Waar ligt de kans voor de staalservicecentra? Worden zij het kind van de rekening doordat ze kleinere klanten, waarbij ze een hogere marge behalen, kwijt raken? Jo van de Put denkt van niet, ofschoon hij zich bewust is dat het een bedreiging kan zijn. ‘Staalcentra die nu meedoen en zelf plaat op maat gaan leveren, kunnen zich onderscheiden en kunnen de snijbedrijven die hiermee aan de slag willen, aan zich binden. Het geeft ze dus een kans.’ Staalcentra zouden klein kunnen beginnen door bijvoorbeeld een oude, niet meer gebruikte kniplijn in te zetten voor dit project. Hij realiseert zich dat de bereidheid in dit deel van de keten niet groot zal zijn. Uiteindelijk zal echter de hele keten van deze aanpak profiteren, is zijn overtuiging. Als de doelen gehaald worden – 50 procent kortere doorlooptijd; 40 procent lagere snijkosten en 30 procent lagere materiaalkosten – kunnen OEM’ers hiermee hun positie op internationale markten versterken, doordat ze simpelweg goedkoper worden. Dat betekent méér productie, meer plaatwerk, meer levering van plaatmateriaal.

Presentatie Plaat Op Maat

Onlangs is het concept gepresenteerd op een gezamenlijke bijeenkomst van FDP en KvK. Meer dan 90 bedrijven waren daarbij aanwezig. Een aantal reageerde negatief. ‘Vooral de bedrijven de net geïnvesteerd hebben in grote magazijnen.’ Andere bedrijven uit de hele keten zien echter wel iets in het concept. Momenteel wordt samen met deze groep, zo’n 30 tot 40 ondernemingen, gekeken welke mogelijkheden er zijn. Een dergelijk concept uitrollen is niet iets dat snel gaat. Jo van de Put realiseert zich dat er heel wat beren op de weg zijn. ‘Maar geen beren die we niet kunnen opruimen. Met de 30 tot 40 bedrijven die het concept zien zitten, willen we pilots starten. Eerst verder uitrekenen wat het theoretisch oplevert en dan aan de slag om te laten zien welke voordelen dit kan opleveren voor de BV Nederland.’

Jo van de Put heeft voor het Plaat op Maat project op LinkedIn een speciale groep aangemaakt, waarin gediscussieerd wordt over het onderwerp. Iedereen die geïnteresseerd is, wordt van harte uitgenodigd om een bijdrage aan deze groep te leveren.

Plaat op Maat ook kans

voor machinebouwers

Plaat op Maat biedt ook kansen voor machinebouwers. Er is immers een machine nodig die manarm, ook enkelstuks plaat op maat vanaf coil kan knippen. Het liefst ziet hij een oplossing dat je meerdere coils aan de snijmachine gekoppeld laat (wisselen van coil kan de voordelen weer grotendeels teniet doen).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *