Nederland verder weggezakt op mondiale concurrentieranglijst

Nederland heeft opnieuw terrein verloren op de internationale ranglijst voor concurrentiekracht van het gerenommeerde Zwitserse IMD-instituut. Waar ons land in 2021 nog op de vierde plaats stond, is dat inmiddels de tiende geworden.

Volgens het IMD vormt het ingewikkelde belastingstelsel de grootste belemmering voor economische groei. Ook de regeldruk en het gebrek aan politieke oplossingen voor urgente dossiers drukken het vestigingsklimaat.

De jaarlijkse ranglijst vergelijkt de economische prestaties van ruim zestig landen. Nederland moest dit jaar onder meer landen als de Verenigde Arabische Emiraten, Denemarken, Singapore en Zwitserland voor zich dulden. Het IMD wijst in zijn rapportage nadrukkelijk op de gevolgen van ons complexe fiscale systeem: de veelheid aan belastingen, in combinatie met de hoogte ervan, ondermijnt zowel de koopkracht van burgers als de investeringsbereidheid van bedrijven.

Regeldruk

Daar komt bij dat de regeldruk in Nederland verder is toegenomen. Voor bedrijven vormt dat een rem op innovatie en groeikansen. Het IMD noemt daarnaast het gebrek aan voortgang op het gebied van woningbouw, stikstofbeleid en netcongestie als structurele zwakten in het Nederlandse beleid. Ook het vertrek van grote bedrijven als Shell en Unilever draagt bij aan de negatieve beoordeling.

‘De nieuwste concurrentieranglijst van het IMD komt helaas dan ook niet als een verrassing. We zien al langer dat investeringen teruglopen en bedrijven ervoor kiezen om te vertrekken of elders te investeren’, stellen ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland.

Koerswijziging

Beide organisaties pleiten voor een koerswijziging. ‘We moeten prioriteiten stellen. Dit zit onder meer in sleuteltechnologieën waar we de komende jaren fors in moeten investeren om onze economie toekomstbestendig te maken, onder andere op het gebied van veiligheid, biotechnologie en AI. Dat vraagt om een helder en samenhangend investeringsbeleid, met stabiele en voorspelbare randvoorwaarden en een daadkrachtige politiek.’

Voor het nieuwe kabinet ligt er dus een duidelijke opgave. Als Nederland zijn internationale positie wil behouden, is een koerswijziging nodig die zowel bedrijven als burgers meer ruimte en zekerheid biedt. Alleen dan kan het land zich opnieuw onderscheiden als aantrekkelijke vestigingsplaats voor ondernemers en investeerders.