TNO richt TNO Ventures op om veelbelovende technologieën sneller uit het lab te krijgen en op te schalen in de praktijk. Het nieuwe initiatief combineert spin-offontwikkeling met investeringen in jonge techbedrijven. Daarmee wil TNO de stap van onderzoek naar toepassing verkleinen en het verdienvermogen van Nederland versterken.

TNO Ventures gaat niet alleen eigen spin-offs begeleiden, maar ook participeren in start-ups buiten de organisatie. Dat gebeurt via licenties en aandelen, waarbij TNO technologische kennis en toegang tot onderzoeksfaciliteiten inbrengt. Start-ups betalen deels in aandelen, waardoor ze minder afhankelijk zijn van extern kapitaal.
‘Met TNO Ventures ondersteunen we spin-offs en start-ups door de “valley of death”, zodat veelbelovende innovaties vaker en sneller opschalen van onderzoek naar brede praktijktoepassing’, zegt Hans Boumans, directeur van TNO Ventures.
TNO heeft inmiddels meer dan veertig spin-offs op zijn naam staan, waaronder Nearfield Instruments en LeydenJar. Voor 2024 kwam bijna negen procent van alle investeringen in Nederlandse start-ups terecht bij TNO-spin-offs. Op dit moment liggen er 25 nieuwe spin-offprojecten klaar.
Nederland mist groeikracht
Nederlandse start-ups groeien minder vaak door tot scale-up dan elders. In Nederland is dat 21,5 procent, terwijl het Europees gemiddelde op 23 procent ligt en de VS op 54 procent. Oorzaken zijn onder meer een tekort aan risicokapitaal, talent, woonruimte en netcapaciteit.
TNO wil die impasse doorbreken. TNO Ventures participeert in twaalf Nederlandse investeringsfondsen, zoals DeepTechXL en Innovation Industries, en werkt samen met Techleap en Invest-NL om start-ups beter te begeleiden. Zodra een onderneming voldoende op eigen benen kan staan, zoekt TNO een passende exit.