Subsidie helpt Farmax

Farmax Metaaltechniek heeft met zijn spitmachines een eigen product. En een eigen product betekent dat je deze continu moet blijven doorontwikkelen. Het bedrijf maakt dankbaar gebruik van verschillende subsidieregelingen, zoals de WBSO en sinds 2016 de interregsubsidie iPro-N. Samen met de Duitse partner Rögelberg Getriebe GmbH & Co. uit Meppen resulteerde dit in een prototype van een nieuwe aandrijflijn voor achter een tractor die tegelijkertijd een spitmachine en rotorkopeg aandrijft.

‘Toen ik in 2002 Farmax Metaaltechniek overnam van de familie Lutters kwam ik er al snel achter dat ik moest doorontwikkelen om bestaansrecht te houden’, vertelt Alfons Sleiderink, directeur eigenaar van Farmax. ‘Onze spitmachine had eigenlijk 20 tot 25 jaar geen grote wijzigingen ondergaan. Daarom ben ik in 2004 begonnen met de ontwikkeling van een compleet nieuwe machine. Die hebben we samen met een loonwerker in Lijnden op eigen houtje ontwikkeld. Toen we daar voor het eerst kwamen, konden we eigenlijk niet voorstellen dat ze met onze oude spitmachine in de zware kleigrond van de Haarlemmermeer konden werken. En eigenlijk ging dat ook niet want de boer moest elke vijftien minuten stoppen om de aangekoekte kleigrond van de spitmachine te verwijderen. Daarom zijn we in 2004 afgestapt van het oude machineconcept en hebben een geheel nieuwe machine ontworpen. En dat leek een succes want bij een eerste test kon de spitmachines continu doorspitten en haalden deze zo maar 5 km in het uur. Een gigantische vooruitgang. Maar goed, later bleek dat er nog wel een probleem was, want met zijn 3.300 kg was hij 400 kg te zwaar. Op sommige percelen zakte de trekker met de spitmachine gewoon weg in de klei.’

Terug naar de basis

‘Met deze doorontwikkeling kwamen we er wel achter dat de basis van onze oude machines eigenlijk niet zo slecht was: compact en het gewicht zo dicht mogelijk bij de trekker. Toen hebben we de oude basis weer uit de kast gehaald en alle goede ontwikkelingen van de nieuwe machine in de oude basismachine geïntegreerd. En dat is onze nieuwe Rapide geworden. Deze nieuwe ‘oude’ machine heeft ons gered en de goede kant op gestuurd’, concludeert Sleiderink. Ook daarna bleef Farmax elk jaar zijn producten doorontwikkelen en verfijnen. Rond 2008 was het leveringsprogramma uitgebreid tot negen verschillende typen spitmachines, afgestemd op kleine en grote tractoren en lichte en zware grond. ‘Door het moderne design werden we ook internationaal interessanter. Zo kwamen we in 2008 in contact met een verkoper uit Australië, die interesse in ons product had’, vertelt Sleiderink.

‘In eerste instantie exporteerden we onze standaard machines maar door de grote arealen tot wel 2.000 hectare in een jaar waren de rollen achter de spitmachine in korte tijd helemaal versleten. Dat is niet zo gek, want een gemiddelde boer in Nederland doet over die 2.000 hectare zo’n tien jaar. Hierdoor besloten we vanaf 2010 een speciale spitmachine te ontwikkelen voor de Australische markt, afgestemd op de afmetingen van een zeecontainer. Dat is onze 4,5 meter spitmachine geworden, de Rapide 450 Trailed. Daar hebben we er inmiddels tientallen van verkocht en op dit moment staan er vier klaar om te worden verscheept.’


Farmax ontwikkelde door, met een zes meter brede spitmachine in 2010. Met ondersteuning van het subsidieprogramma Overijssel innoveert werd dit mogelijk. Het nieuwe aan die zes meter brede spitmachine was dat die 90 graden gedraaid kon worden zodat je ermee op de weg kon rijden. ‘Dat had nog wel wat voeten in de aarde, want pas in 2013 hebben we een prototype van de Super Six zoals we die hadden gedoopt, gepresenteerd op de vakbeurs Agritechnica in Hannover. Dat werd uiteindelijk geen succes, vooral vanwege het gewicht (11 tot 12 ton) en daarom hebben we afgelopen zomer afscheid genomen van de Super Six spitmachine.’ 

Ondanks deze tegenslag bleef Farmax doorontwikkelen. En toen in 2016 de nieuwe subsidieregeling iPro-N bekend werd zag het bedrijf mogelijkheden een oplossing te bedenken voor een vraag die al langer leefde in de markt, een aandrijflijn waarmee je meerdere machines achter elkaar kunt aandrijven, in dit geval de Farmax spitmachine en een rotorkopeg.


Dit vormde de basis van het iPro-N project. iPro-N kent vijf fases waarvan Farmax inmiddels in de prototypefase, vijf, zit. Daar zit ook de meeste subsidieondersteuning in, nl. 40 procent op een maximale projectomvang van 135.000 euro.

‘Met deze case kwam Farmax medio 2016 bij mij’, zegt Bas Ramaker, regiocoördinator project iPro-N, namens Novel T, één van de vier partijen die betrokken is bij deze regionale subsidieregeling. ‘Na een aantal gesprekken schat ik in of dit project past binnen iPro-N. Als dat het geval is kan het bedrijf aan de slag met de conceptstudie. Kiest het bedrijf er vervolgens voor om door te gaan met een haalbaarheidsstudie en/of prototype-ontwikkeling, dan worden de plannen door twee onafhankelijke adviseurs getoetst aan de voorwaarden van de subsidieregeling’, legt Ramaker uit.


‘Een van de vereisten van iPro-N is dat er een kennispartij uit Duitsland bij betrokken moet worden. Voor Farmax is dat het Duitse Rögelberg Getriebe GmbH & Co. uit Meppen waar het bedrijf al vaker mee had samengewerkt. Samen hebben ze de nieuwe aandrijflijn ontwikkeld.’ 

Nieuwe aandrijflijn

‘De moeilijkheid van deze aandrijflijn zijn de enorme vermogens die je moet overdragen via de aftakas van de tractor naar de spitmachine en de doorgetrokken aftakas. Door het gewicht van de spitmachine is het noodzakelijk een trekker in te zetten die veel hefvermogen heeft, een grote trekker dus. Een spitmachine weegt al gauw 3 ton en hang je daar nog een machine achter dan heb je nog meer hefvermogen nodig. Bij de aandrijving van onze huidige spitmachines wordt het aftaktoerental (1.000 omw/min.) direct gereduceerd naar een veel lager toerental, waardoor de constructie zwaar moet worden uitgevoerd’, legt Sleiderink uit.


‘Met een doorgetrokken aftakas zou dat niet kunnen. Dat hebben we opgelost door zolang mogelijk met hoge toerentallen te werken waardoor de constructie lichter kan worden uitgevoerd. Pas in de hoofdas bij de spitmachine reduceert een planetaire kast het toerental in een keer van 1.700 naar 70 met het noodzakelijke hoge vermogen. Vanaf de spitmachine gaat de aandrijflijn met 1.000 toeren verder naar de rotorkopeg waar het ook in de rotorkopeg zelf pas wordt gereduceerd.’

De komende periode werkt Farmax aan het verder testen van het prototype. Eerder al zijn er testen gedaan in de Flevopolder. Daar zijn verbeterpunten uit gekomen. ‘Nu staat er een prototype te spitten en eggen bij een loonwerker in Haarlemmermeer. Als de verbeterpunten zijn doorgevoerd, komt het belangrijkste: wanneer geven we het ontwerp vrij voor een nulserie of zelfs seriematige productie? Het streven is het nieuwe ontwerp te introduceren op de Agritechnica in Hannover in november van dit jaar. Maar of dat gaat lukken, is nu nog een vraag’, besluit Sleiderink.