GS Metaal digitaliseert

Het is algemeen bekend dat Trumpf op de Euroblech oplossingen zal tonen voor een autonome fabriek. Minder bekend is dat Trumpf Nederland al meer dan een jaar samen met GS Metaal werkt aan het digitaliseren van de productie. Vraag & Aanbod bezocht de fabriek om te horen hoe de samenwerking er nu bijstaat.

We spreken Menko Eisma, directeur van Trumpf Nederland en Arnold Hofmeijer, algemeen directeur bij GS Metaal. Eisma steekt direct van wal en vertelt over de randvoorwaarden voor het digitaliseren van de productie. Als eerste vereiste noemt hij een betrouwbaar machinepark. ‘Deze moet aan de hedendaagse eisen voldoen. Dat betekent niet dat je supermodern moet zijn. Je moet stabiel kunnen produceren, daar draait het om. Daarnaast moet je beschikken over een goed logistiek proces rondom de productie.’

 

Als derde punt noemt Eisma de digitale wereld. ‘Dat wordt nu heel vaak als hoofditem verklaard. Er wordt al gauw gezegd: We moeten software kopen. Maar’, stelt de Trumpf-directeur, ‘software is ondergeschikt, software is belangrijk maar het moet wel een functie hebben. Een volgend punt van aandacht is stabiliteit, de service. De service/diensten van de leverancier bepalen de beschikbaarheid van de machine, reactietijd en onderhoud zijn daarin zeer bepalende faktoren. moet oke oké zijn en het onderhoud niet onnodig vaak maar ook niet onnodig weinig. Tot slot, en dat is het belangrijkste in een veranderingsproces: hoe neem je je medewerkers mee in het hele verhaal. Die bepalen uiteindelijk altijd de performance van de onderneming. En daar is GS Metaal al een half jaar mee bezig.’

 

Digitalisering

‘Meer dan een jaar inmiddels’, vult Hofmeijer aan. ‘Vorig jaar september heb ik op een avond een presentatie gegeven aan alle medewerkers over alle veranderingen die er zouden gaan komen. En nu sta ik ongeveer elke maand uit te leggen waar we staan, wat is gelukt en wat er mis is gegaan. Ik doe dat om mijn mensen mee te nemen in ons verhaal. We zijn nu sterk aan het digitaliseren en dat is anders dan een nieuwe machine installeren. Bij het programmeren heb je net als bij machines tegenvallers maar bij het testen komen die tegenvallers achter elkaar, want op het moment dat je in een programma tegen een bug aan loopt, moet je die eerst oplossen en dan pas zie je een eventuele volgende bug. Een machine, daar kun je omheen lopen en tegenaan schoppen en je kunt zien wat er mis mee is. Dat is met het digitaliseren niet zo. Wij werken met bijna allemaal mannen (er werken ook dames in de productie) uit de machineomgeving, het zijn makers, doeners. Daarom is het belangrijk dat je voldoende expertise van buiten het bedrijf haalt want in ons bedrijf zit onvoldoende kennis om dit te kunnen’, meent Hofmeijer.Hij verwacht dat zijn medewerkersbestand mettertijd daarom ook zal veranderen. ‘Nu hebben we voornamelijk operators in dienst. De behoefte daaraan zal blijven bestaan, maar ik denk dat we in de nabije toekomst ook anders opgeleide mensen zullen aannemen. Mensen die veel meer op data en op IT georiënteerd zijn.’

‘Het vakmanschap dat dit bedrijf al jarenlang kenmerkt, blijft en is van belang. Je moet nog steeds verstand hebben van kanten, lassen, lasersnijden, het kan niet anders. We gaan alleen proberen het werk eenvoudiger, overzichtelijker en leuker te maken, de digitale hulpmiddelen aanreiken waardoor je niet meer hoeft te zoeken naar materiaal waarbij duidelijk is welke order eerst moet worden gedaan. Door dat digitaal te doen, heeft de bedrijfsleider ook veel meer inzicht in waar een product of gereedschap ligt en of we nog op schema lopen. Daardoor wordt je planning veel nauwkeuriger en moet de geschatte productiviteitsstijging (red.: van 30 procent) er uiteindelijk in zitten.’ 

 

Smart factory

Is GS Metaal bezig met het opzetten van een smart factory? Hofmeijer probeert die term te vermijden. ‘Ik wil het morgen gewoon beter doen dan vandaag en dat betekent ook dat ik het volgend jaar beter wil doen dan dit jaar. Door de stappen die we nu zetten, zullen we volgend jaar op verbeterideeën komen die we niet zouden krijgen als we niet in beweging waren gekomen’, is zijn antwoord.
‘Met elkaar hebben we voor een agile-benadering gekozen, waarbij we in kleine stapjes werken. We implementeren eerst iets nieuws en kijken dan of het bevalt, of het werkt en of het verbeterd moet worden. Daarna beginnen we pas aan het volgende project. We hebben niet een plan van A tot Z klaar liggen wat we in een keer gaan implementeren, dat kan niet. Dan haal je een heel bedrijf uit zijn identiteit. Dat moet niet.’

Hofmeijer geeft een mooi voorbeeld. ‘We hebben dit jaar een nieuwe lasersnijmachine gekocht. Van Trumpf. Het leuke is dat ik in dit bedrijf geen uur nodig heb gehad mensen uit leggen dat er een nieuwe lasersnijmachine moest komen. Dat was voor iedereen klip en klaar. Iedereen snapt dat je een machine nodig hebt, anders kun je niet produceren. Maar zo’n laser kost toch € 700.000. ‘Het project dat we nu doen in de digitalisering kost minder dan de helft van wat deze lasersnijmachine kost, terwijl de impact op de bedrijfsvoering veel groter is. En dat vindt iedereen heel spannend. Want het streefgetal dat wij met elkaar hebben afgesproken is dat wij 30 procent productiviteitsstijging denken te kunnen gaan realiseren door digitalisering, door betere planning, door ontwikkeling, track-and-trace etc. De invloed van digitalisering is waarschijnlijk veel groter dan een nieuwe machine kopen. Maar de reflex in de sector is heel vaak: ik heb het druk, dus ik koop een nieuwe machine, terwijl je veel beter kunt kijken naar de logistiek om de machine heen. Dat is waar je naast digitalisering ook bij moet stilstaan. Natuurlijk er zullen zich altijd betere, snellere machines opdringen die heel waarschijnlijk goedkoper produceren. Maar alleen maar een grotere machine neerzetten maakt een bedrijf niet beter’, stelt Hofmeijer.  

 

Investeringen

Qua digitalisering heeft GS Metaal o.a. geïnvesteerd in een nieuw ERP-systeem dat zich ook leent om er koppelingen (api’s) mee te maken. Dat is Plan de Campagne van Bemet geworden. Verder heeft het bedrijf MES van het Duitse Xetics aangeschaft. MES (MES = Manufacturing Execution System) zorgt voor de uitvoering van de productie. Tegelijkertijd is het koppelingen aan het schrijven die de systemen met elkaar laat praten, api’s tussen het ERP, het MES en de software van Trumpf. ‘Ik kan nu zeggen dat het ERP draait, Het MES is door Trumpf geïmplementeerd en de api’s draaien op dit moment in een testomgeving. De komende weken rollen we dat uit. In fase twee gaan we aan de slag met machine connection. Want met dit programma richten we ons niet op de machine, maar op de processen en de logistiek om de machine.’

 

Expertisecentrum

Hofmeijer is blij met Trumpf. ‘We snappen dat dingen nooit zo gaan als dat je vooraf denkt. We moeten elkaar daar scherp in houden. We zijn samen dit avontuur aangegaan. Omdat we hierin met Trumpf een voorloper zijn, lopen we zeker en vast tegen kinderziektes aan, maar het voordeel is dat we de slagkracht van het hele Trumpf-concern achter ons hebben staan, zodat het meestal ook zo weer is opgelost. Als tegenprestatie gaan wij een expertisecentrum inrichten waar Trumpf zijn relaties en klanten kan ontvangen. Wij gaan de storytelling doen en we laten zien wat er bij ons is veranderd is en wat er moeilijk aan is geweest. Op dit moment wordt er nog druk gebouwd aan het expertisecentrum. De planning is dat het expertisecentrum begin 2019 wordt geopend.’ 

‘We laten in het expertisecentrum veel op schermen zien en geven rondleidingen door de fabriek. Maar hoe laat je digitalisering zien’, vraagt Hofmeijer zich af. ‘Wij gaan dat doen door te laten zien wat het met ons bedrijf heeft gedaan. Daarom zijn we nu al alle data van onze productieorders aan het bewaren en opslaan. Informatie over doorlooptijden en alles wat we vast kunnen leggen over de productie met als doel om uiteindelijk een ontwikkeling in doorlooptijden te kunnen laten zien, in de tijd en de leverbetrouwbaarheid in de tijd en of die verbetertd. En natuurlijk willen we onze vorderingen in de productiviteit laten zien.’ 

Horizon

Is er een horizon en waar wil GS Metaal naar toe? Hofmeijer vertelt dat GS Metaal ernaar toe werkt dat alle processen zoveel mogelijk gedigitaliseerd zijn. ‘Dat moet leiden tot een significante stijging van de productiviteit van het bedrijf. We moeten kunnen groeien.’ Naast digitalisering denkt Hofmeijer ook na over het verder automatiseren van de productie, maar eerst moet het digitaliseringsproject worden afgerond. En die horizon daarvan ligt volgens hem ergens medio 2019.’

Wat Hofmeijer niet concreet heeft, is: wat gebeurt er daarna? Want waarom zou het dan klaar zijn? Een mogelijke vervolgstap zou kunnen zijn dat hij gaat zoeken naar gelijksoortige bedrijven waarbij hij zich afvraagt of je als sector samen in eenzelfde digitaliseringsplan kunt doorontwikkelen. ‘Nu is iedereen geneigd een ander als concurrent te zien. Maar het is denkbaar dat je een groep bedrijven weet te vinden die de handen ineen slaat en zegt: ‘Als mijn machine vol zit, en een ander heeft capaciteit over, waarom maakt deze het dan niet voor mij?’ Als we een samenwerking zouden kunnen aangaan waarin je werkelijk in elkaars capaciteit zou kunnen kijken en daarover digitaal zou kunnen beschikken, dan is je slagkracht als sector opeens enorm vergroot. Dan ga je naar een optimaler gebruik van ieders machinecapaciteit. Ik geloof daar wel in, maar dit is nog in de fase van hardop denken en blijven dromen’, besluit Hofmeijer.