Groei in verspaning stijgt naar 7,6 procent in 2014

Verspanen 2020, het nieuwe evenement van het Mikrocentrum samen met Teclab en Metaalunie, was met meer dan 150 bezoekers zeer geslaagd. Maar er is nog wel enig missiewerk te doen, zo bleek uit het filmpje waarin kinderen niet echt op de hoogte waren van het begrip verspanen. Het programma bevatte gelukkig een speciaal Kids-gedeelte. Verder was er een breed lezingenprogramma. Vraag en Aanbod beperkt zich hier tot de paneldiscussie over de toekomst van de verspanende industrie. En die is er, ook al was het panel hierin niet eensgezind.

Dat panel bestond uit Fried Kaanen, voorzitter van de Metaalunie, Andre Hoogstrate van TNO, Marc Evers, ceo van KMWE, en John Blankendaal van Brainport Industries. Het gaat goed met ‘verspanend Nederland’. De groei in de verspaning bedroeg in 2013 nog 1,7 procent, maar dat steeg in 2014 naar 7,6 procent. Verder blijkt uit gegevens van uitzendbureaus, op basis van de vacaturebank van het UWV, dat de meeste vacatures in de techniek liggen bij het vak verspaner. Kaanen voorspelt dat zelfs na 2020 de functie cnc-verspaners nog steeds een begeerde functie is.

Gekke naam

De paneldiscussie werd geopend met de stelling ‘Verspanen in Nederland heeft geen toekomst’.  Daar was Marc Evers het niet mee eens: ‘Het blijft bestaan, maar wordt minder. De spindel gaat eruit omdat steeds meer elektronisch wordt opgelost. En met de doelstelling ‘First time right’ wordt dat ook een stuk uitdagender.’

Andre Hoogstrate merkt als eerste op dat ‘verspanen’ eigenlijk een gekke naam is. Want wie wil zich nu identificeren met afval? Daarom vindt hij dat je je niet moet focussen op het verspanen, maar op de producten. Volgens Hoogstrate  gaat ICT, automatisering, internet en de cloud het vakmanschap vervangen. John Blankendaal is het daar niet mee eens: ‘Het gaat ons wél helpen om betere producten te maken.’ Hoogstrate met enige nuance: ‘Het repeterende werk kan en zal worden overgenomen door de automatisering zodat er voor de vakman ruimte blijft voor de excellente producten.’ Het panel is er unaniem in dat de vakman blijft bestaan.

Bedrijfsschool

Als punt van aandacht noemde Blankendaal het aantal leerwerkplekken dat sterk achterblijft. Hij riep alle bedrijven op om zoveel mogelijk leerlingwerkplekken aan te bieden. Hoogstrate uitte zijn zorgen over dat het vak productietechniek op de universiteiten en hogescholen aan het verdwijnen is. Er zou geen geld meer zijn om te investeren in dure machines. Evers pareert dat: ‘De beste kerels zijn diegene die wij zelf hebben opgeleid. En die kerels komen wel van het mbo én hbo.’ Waarmee hij eigenlijk ook pleit voor een soort bedrijfsschool.