9 Jun. 2016
1 minuut
Gelderland wil de derde industrieprovincie van Nederland worden. Hiervoor trekt de provincie Gelderland dan ook flink de portemonnee. Maar liefst 100 miljoen euro investeert deze provincie in een tijdsbestek van vier jaar, tot 2020 dus
De maakindustrie is de banenmotor van de Gelderse economie. De 7.500 industriële bedrijven in Gelderland leveren op dit moment 13 procent van het regionaal inkomen en 11 procent van de werkgelegenheid.
De indirecte effecten als aanjager van de dienstverlening zijn dubbel zo groot. Op dit moment werken er 110.000 mensen in de Gelderse industrie. Mooie cijfers en de investering moet dan ook tot uiting komen in een slimme en schone economie, zo staat in het beleidskader.
Prima, zou je zo in eerste instantie denken. Aan de andere kant denk ik dat provincies niet te veel alleen moeten optrekken om de economie en in dit geval voor een groot gedeelte de maakindustrie te laten floreren. Het lijkt erop dat het een competitie gaat worden tussen provincies wie het beste scoort.
Investeringen in de economie zijn natuurlijk niet verkeerd, maar om als provincie de strijd aan te gaan met andere provincies, dat lijkt me niet gewenst. Nederland is een exportland en het Made in Holland moet niet gaan wedijveren met bijvoorbeeld Made in Gelderland. Daar bereik je, mondiaal gezien, echt helemaal niets mee.
Nederland is voor vele anderen landen slechts een stip op de wereldkaart. Ik zou in elk geval pleiten voor een nog indringender landelijke aanpak. Te beginnen met de politiek. In 2017 staan er immers weer verkiezingen gepland. Hierbij zou het een uitstekende zaak zijn als er een politieke partij een pleidooi zou houden – of sterker nog als agendapunt zou meenemen in het verkiezingsprogramma, voor het invoeren en oprichten van een ministerie van Industrie. Dan laat je als land zien dat je de industrie echt serieus neemt.
Rolf Elling, hoofdredacteur
Reageren:
E-mail: r.elling@mybusinessmedia.nl
Twitter: @VenA_Rolf
Facebook: www.facebook.com/vraagenaanbod