Nevi PMI: Fabrikanten blijven bezuinigen ondanks aanhoudende groei aantal nieuwe orders

Foto van: De redactie
Geschreven door De redactie

De Nederlandse producenten maakten halverwege het laatste kwartaal van het jaar melding van een gestage verbetering van de bedrijfsomstandigheden. De aanhoudende groei van de productie en het aantal nieuwe orders compenseerde de verdere dalingen van de materiaalvoorraad en de werkgelegenheid, terwijl de omstandigheden in de toeleveringsketen verslechterden.

Tags:

Hoewel de inkoopactiviteiten licht afnamen, liep als gevolg van meldingen van hogere loon- en energiekosten de kostendruk op. De verkoopprijsinflatie was onveranderd en bleef historisch gezien beperkt.

De Nevi PMI® voor de Nederlandse productiesector is een samengestelde indicator die met één cijfer de stand van zaken in de productiesector weergeeft en wordt samengesteld op basis van indicatoren voor nieuwe orders, productieomvang, werkgelegenheid, levertijden en voorraad ingekochte materialen. Er was in november sprake van een verdere, bescheiden, verbetering van de stand van zaken in de sector met een ongewijzigde PMI-hoofdindex van 51.8. De onderliggende gegevens van dit cijfer lieten slechts kleine wijzigingen zien in de deelindexen.

Op subsectorniveau sprong de categorie investeringsgoederen er als de best presterende uit, met een aanzienlijke verbetering van de bedrijfsomstandigheden. De subsector halffabricaten noteerde eveneens een verbetering, terwijl de producenten van consumptiegoederen melding maakten van een verslechtering.

Verbetering vraag

De meest recente stijging van de productieomvang in de Nederlandse industriële sector was matig en de kleinste in vier maanden, al lag deze nog wel boven het gemiddelde van dit jaar.

De hogere productie was het gevolg van een vergelijkbare matige stijging van het aantal nieuwe orders in november. De verbetering van de vraag had diverse redenen, waaronder het winnen van aanbestedingen, nieuwe projecten en grotere verkoopinspanningen. Daarnaast was er in november opnieuw sprake van een bescheiden stijging van de buitenlandse verkoop. Deze toename was groter dan vorige maand en de grootste sinds juli.

Ondanks de aanhoudende toename van het aantal nieuwe orders, bleven de producenten terughoudend in hun personeelswerving en inkoopactiviteiten. Per saldo daalde de werkgelegenheid voor de tweede maand op rij, zij het in slechts lichte mate. Daarbij meldden de bedrijven dat vertrekkende personeelsleden niet werden vervangen en het aantal tijdelijke krachten werd verminderd. Een aantal panelleden gaf aan dat zij na productiviteitsverbeteringen minder personeel nodig hadden.

Toch waren er nog steeds aanwijzingen dat er sprake was van overcapaciteit, aangezien de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk in de grootste mate daalde sinds maart.

Genoeg voorraad

Na de grootste toename van de inkoopactiviteiten in ruim drie jaar in oktober, daalde in november de hoeveelheid ingekocht materiaal licht. Sommige bedrijven gaven aan dat hun huidige voorraad toereikend was voor de hoeveelheid onderhanden werk. 

Toch slaagden de leveranciers er in november opnieuw niet in om hun orders op tijd te verwerken. De prestatie van leveranciers verslechterde aanzienlijk en er werd melding gemaakt van personeels- en materiaaltekorten. 

De materiaalvoorraden daalden in november in de grootste mate in drie maanden. Er waren aanwijzingen dat de bedrijven hun bestaande voorraden hadden gebruikt om aan de productievereisten te voldoen, onder meer vanwege financiële beperkingen en plannen voor voorraadafbouw.

De hogere energie, personeels- en grondstofkosten zorgden in november voor een verdere stijging van de operationele kosten. Nadat in oktober het laagste cijfer in een jaar werd bereikt was de inflatie in november aanzienlijk hoger, al bleef deze ruim onder het langetermijngemiddelde. De verkoopprijzen stegen in november ondertussen in een matig tempo verder. De verkoopprijsinflatie kwam overeen met die van oktober, toen deze het laagst was in twaalf maanden.

De verwachtingen van de bedrijven voor de productieomvang in de komende twaalf maanden waren in november het grootst sinds juli. Het ondernemersvertrouwen bleef echter onder het langetermijngemiddelde door zorgen van de bedrijven over de toekomstige vraag.

Valse start in chipmarkt

‘Vooral de vraag naar investeringsgoederen neemt toe, zo blijkt uit de enquête onder circa 350 inkoopmanagers’, aldus Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO. ‘De vraag naar machines groeit, vermoedelijk doordat afnemers hun investeringsplannen alsnog doorzetten na eerder uitstel. Veel ondernemers stelden investeringsplannen uit vanwege de door president Trump ingevoerde handelsbeperkingen. Nu de effecten hiervan mee lijken te vallen, neemt de vraag naar machines weer toe, zoals machines voor de agrarische sector.’

‘Ook de vraag naar machines voor de chipindustrie groeit. Toch staat een aantal toeleveranciers er slecht voor. Door de dip in de chipmarkt van de afgelopen jaren waren bijvoorbeeld bij veel toeleveranciers van ASML overtollige voorraden ontstaan. Het komt ook voor dat toeleveranciers, anticiperend op groeiende vraag van ASML, te vroeg extra onderdelen hebben geproduceerd, een valse start dus. Dat is vooral vervelend als ASML veruit de grootste klant is van de onderneming. Sommige leveranciers hebben de productie fors verlaagd om de overtollige voorraad af te bouwen. Ook snijden zij in de werkgelegenheid, besteden zij minder werkzaamheden uit en zijn ze op zoek naar nieuwe afzetmarkten.’

Nexperia-effect valt mee

‘Het effect van het tekort aan Nexperia-chips lijkt vooralsnog mee te vallen. Weliswaar namen de levertijden behoorlijk toe, maar de industrie is wel wat gewend. Daarnaast groeit de vraag niet in hoog tempo, zodat de behoefte aan onderdelen wel meevalt.’

‘Vervelender is dat de kosten van industriële ondernemingen stijgen. Lonen, materiaalprijzen en energie worden duurder, zo geven veel respondenten aan.
Voor de tweede maand op rij nam de werkgelegenheid licht af, deels dankzij een verbetering van de productiviteit. Die hogere arbeidsproductiviteit zal hard nodig zijn als de industrie in 2026 weer sneller gaat groeien, en het tekort aan personeel weer toeneemt.’

Tags:

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *