Metaalunie roept EZK op tot stimuleringsregeling

In een brief gericht aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Economische zaken en Klimaat, roept Koninklijke Metaalunie het ministerie van EZK op om invulling te geven aan eerdere toezeggingen voor het opzetten van een praktisch toepasbare en brede procesinnovatie stimuleringsregeling buiten de WBSO, die samen met de sector wordt ontworpen.

De brief is verstuurd aan de vooravond van de behandeling in de Tweede Kamer van de EZK-begroting voor 2021.

‘Vanuit het MKB-metaal vraagt Metaalunie in de begroting specifiek aandacht voor de concurrentiekracht van de Nederlandse maakindustrie’, zegt directeur Beleid Metaalunie Jos Kleiboer. ‘Wij pleiten hartstochtelijk voor het vergroten van de concurrentiekracht van de Nederlandse maakindustrie door slim produceren te stimuleren. Dit kan door procesinnovatie, of beter gezegd productie-innovatie, volop aandacht te geven en te stimuleren.’

Procesinnovatie krijgt structureel te weinig aandacht, naast de natuurlijk ook noodzakelijke productinnovatie, waar van nature veel meer aandacht voor is. Het gaat om slim producten bedenken in combinatie met slim producten produceren in Nederland. Het is volgens Kleiboer belangrijk om juist de productiviteit in het mkb in het algemeen en de maakindustrie in het bijzonder, te verhogen om concurrerend te blijven op de wereldmarkt. ‘Productie en daarmee werkgelegenheid zijn voor Nederland belangrijk om te behouden én om weer terug te krijgen. Procesinnovatie is veel meer dan alleen het toepassen van digitale ontwikkelingen. Zaken als het produceren van strategische goederen en het aantrekken van productie uit het buitenland volgen dan vanzelf, omdat de concurrentiekracht stijgt.’

Kleiboer vergelijkt de maakketen met een piramide. ‘Het fundament van de piramide van toeleverende bedrijven in de maakindustrie houdt de top van die piramide omhoog en bepaalt ook de concurrentiekracht van het geheel. Daarom moet productie- én procesinnovatie in Nederland gestimuleerd worden om productie en toekomstige innovaties hier te houden’, aldus Kleiboer.